82
en energie is uitteraard precair, en werkt vaak demoraliseerend. Het "zoo gewonnen, zoo geronnen", gold hier niet van de verdiensten maar van wat hun bron was: de bloei van 't bedrijf. Kwade praktijken, bedriegerij en vervalsching werden gewoonte; in 't beste geval heerschte nonchalance en sleur. Van landbouwwetenschap en theorie hadden de boeren geen andere voorstelling dan hunne zelfbedachte-karikaturen; nimmer is de "theorie" hartgrondiger veracht, dan door deze practici en empiristen bij uitnemendheid. Maar niet alle praktijk maakt levend. De beperkte ervaring van onwetende individuën, de tradities in 't uit zijn aard konservatiefste aller bedrijven, dat waren de orakels waarnaar men luisterde, De krachten die den landbouw kunnen revolutioneeren: technisch en theoretisch onderwijs en industrieele invloeden en methoden ontbraken. Geen model-grootbedrijf kon hier tot voorbeeld dienen. Tijdelijk en voorbijgaand, moest de bloei zijn voor een bedrijf en de welvaart voor een klasse, die voortbracht voor de wereldmarkt, onder het stelsel der vrije konkurrentie, en niet wist dat haar wet was: rusteloos streven naar vermindering der produktiekosten door verbetering van het bedrijf; en dat over wie niet aan die wet voldoet vandaag of morgen "la mort sans phrase" wordt uitgesproken. De grondwetsherziening van 1848 gaf aan de Ned, bourgeoisie de politieke macht; zij begon haar loopbaan als heerschende klasse, zij kreeg ruim baan voor haar ontwikkeling en ruimde alle beperkingen en privilegiën op, die haar in den weg stonden. Maar zij kon niet, zooals b.v. de Engelsche bourgeoisie door de afschaffing der graanrechten had gedaan, door het instrument der politieke macht met één slag een