86
krediet, spoorwegen en havens in 't moederland moesten van die exploitatie de steunpunten zijn. Al die goede dingen leverden de Indische baten, dus de Indische baten moesten, voorloopig, behouden blijven. De Handels-Maatschappij mocht, praeludium van partikulier grootbedrijf, zaken gaan doen voor eigen rekening, maar aan 't kultuurstelsel tornde geen minister; en toen eindelijk het kluwen werd afgewikkeld, gaf de regeering één voor één voorzichtig de produkten vrij, die als thee, indigo,peper, kaneel, tabak, cochenille, de meer verfijnde exploitatie-methoden der tegen elkaar konkurreerende kapitalen vereischten om winst te geven. Maar de koffieboon, in zijn onaanzienlijke gestalte drager van viervijfden der Indische baten, liet zij niet los eer door de konkurrentie van het Braziliaansche produkt in dit opzicht het vet van den Indischen ketel was.
Oneindig trager en gebrekkiger dan in den handel ging de kapitalistische ontwikkeling haar weg in de industrie. Tot eenigen bloei kwamen bijna alleen eenige achterlijke bedrijven, waar de werkwijze nog die was der manufaktuur in kombinatie met huisarbeid: de schoenmakerij in de Langstraat, de papiermolens op de Veluwe, de linnenweverij te Boxtel en de wollenweverij te Tilburg.
Met de industrieele produktie in 't buitenland konden deze bedrijven de konkurrentie volhouden, hetzij door verbinding van industrie en landbouw[1] of door de ongehinderde exploitatie van jeugdige arbeidskrachten. Dit laatste was ook 't geval voor de dekenfabrieken te Leiden, Over dit alles later meer. Op
- ↑ Het fabriekswezen in Enschede, 1860.