Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/111

Deze pagina is proefgelezen

89

werken en 't meisje was ongelooflijk brutaal; zoo jong als ze was, durfde ze "neen" zeggen als haar zooveel oudere broer "ja" zeide. Een meisje mag geen recht hebben, waar 't ook maar eenigszins den man benadeelt in zijne belangen. 't Recht van het meisje is hetgeen haar onzelfzuchtige broeder haar gelieft toe te staan.

En in later jaren, als Ni zich dit alles herinnerde, kon zij zich zoo goed begrijpen, wááróm de man zoo egoïstisch was. Immers, van huis uit, als kind werd hem geleerd zelfzuchtig te zijn en ... door zijn moeder 't allereerst. Van kindsaf aan werd hem geleerd, het meisje — de vrouw te beschouwen als een wezen van lager orde dan hij. Hoorde zij niet hare moeder, hare tantes, hare vrouwelijke kennissen o zoo dikwijls op smalenden, minachtenden toon zeggen: "een meisje, 't is maar een meisje!" 't Is de vrouw zelf dus, die den man leert, de vrouw te verachten. Ni's bloed kookte, wanneer zij smalend en minachtend over 't meisje hoorde spreken door eene vrouw.

"De vrouwen zijn niets". "De vrouwen zijn voor de mannen, voor hun pleizier geschapen, zij kunnen met hen doen wat zij willen", klonk honend, sarrend als de lach van Satan haar in de ooren. Hare oogen schoten vonken, driftig balde ze hare handen en klemde in machtelooze woede de lippen stijf op elkaar. "Neen, neen!" schreeuwde en gilde 't in 't haar heftig kloppend hartje: "wij zijn menschen evengoed als de man. O,