Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/122

Deze pagina is proefgelezen

98

gestemd, omdat die zaligheid slechts was een droom!

Wij vreezen, wij vreezen, Moedertje, dat u uwe dochtertjes niet meer terug zult vinden, als u haar verlaten had. Wij voelen ons achteruitgegaan. Al meer en meer komen we tot 't pijnlijk besef, dat we niet meer zijn, wat we zijn geweest. Indroeve, smartelijke gewaarwording! O! Leven, wat hebt ge van Moedertje Mies' eigen dochtertjes gemaakt? Wat is er van hare meisjes geworden?

Waar is onze heerlijke geestdrift gebleven? die kostbare schat, die ons door zooveel heeft heengeholpen en ons onmisbaar is om 't leven door te komen, dat hard zal zijn voor ons? Waar die ijver, die heerlijke lust tot immer bezig-zijn, die zooveel liefs ons deed voortbrengen? Waar dat pleizier hebben in alles, dat ons vergeten deed, dat ooit 't woordje "verveling" in 't woordenboek bestaat?

Dingen, waarin we nog voor korten tijd geleden zoo belangstelden en pleizier hadden, laten ons nu onverschillig. Moedertje, kunt u zich iets verschrikkelijkers voorstellen, dan een onverschillig mensch? En daar zal 't naar toe gaan, als er niet iets is, of gebeurt, dat ons opwekt uit den toestand van apathie en geestkrachteloosheid, waarin wij verkeeren.

Al onze voormalige liefhebberijen liggen bestoven ergens in een vergeten hoekje. Schilderijen, muziek (!), handwerken en koken, correspondentie, lectuur; ja zelfs lectuur, die ons eens eene levens-