102
slaan, pompen, waar 't lek is, zal 't onheil kunnen afwenden, anders verdrinkt men maar....
In dat eene jaar, dat achter ons ligt, hebben we meer geleefd dan in al de voorgaande jaren tezamen.
't Komt uw oudste voor, alsof Vader haar wat te zeggen heeft, maar aarzelt, omdat 't haar pijn zal doen. Kunt u zich voorstellen, Moedertje, hoe pijnigend dit voor Vader en voor haar is?
Lang geleden toen ze op 't spoedig beëindigen onzer zaak aandrong, zag ze een blik op zich rusten zoo smartelijk alsof het zeggen wilde: "heb je dan zoo'n haast om me te verlaten, kind?" Ze wendde haar gelaat af — geroerd tot in't diepst van haar innerlijk zijn!
Wat is liefde toch een wonderlijk ding; zij is de hemel en de hel tezamen. Hem liefhebben, vereeren is ons eene levensbehoefte, maakt 't grootste deel van ons geluk uit. Zonder zijn liefde zou voor immer een schaduw op ons leven rusten. Uit zijn hand willen wij het geluk ontvangen; anders is 't voor ons géén geluk. Zonder zijne liefde zullen wij nooit geheel gelukkig kunnen zijn, en met zijne liefde nooit geheel ongelukkig.