111
liefde wekken. We hebben veel vrienden onder de Hollanders, die we hartelijk liefhebben, zelfs méér dan vrienden van ons eigen ras. Zij hebben zich de moeite gegeven ons te leeren kennen en begrijpen, en ze hebben ons liefgekregen. Wij houden heel veel van de Hollanders, en zijn hun dankbaar voor het vele goeds, dat zij ons leeren. Wij zullen nooit vergeten, aan wie we het wakker worden en de ontwikkeling van onzen geest te danken hebben. De Hollanders mogen ons dan onrechtvaardig behandelen, ik zal hen steeds liefhebben, wij zijn hun zooveel verschuldigd! Men mag zeggen van de Javanen, wat men wil, doch geloof nooit, dat zij géén hart hebben. Ze hebben het wel degelijk, en zij kunnen zeker dankbaar zijn voor ontvangen weldaden in stoffelijken of geestelijken vorm, al verraadt hun onbeweeglijk gezicht ook niets van hetgeen hun inwendig beroert. Doch ik hoef je dat eigenlijk niet te vragen, jij, die alle schepselen, van welke kleur ook, als menschen evengoed als je zelf beschouwt.
O! ik ben toch zoo innig, innig blij, dat ik je heb mogen ontmoeten. Ik laat je nooit los, Stella. Ik heb je zóó innig liefgekregen, dat ik mij niet voorstellen kan, hoe 't moet gaan, als 't leven, wat God verhindere, ons van elkaar scheidt. Alsof de oneindige oceaan nu niet reeds tusschen ons beiden staat! Maar geesten, die elkaar in groote sympathie vinden, zien op geen afstand; ze overbruggen de grootste zeeën en uitgestrekte landen om in contact met elkaar te