vrijzinnig ook in zijne opvattingen, kon de Vader er toch nog niet toe komen zich nog meer te ontworstelen aan de overleveringen der Javaansche maatschappij dan hij, ter wille van zijne dochters, reeds gedaan had.
In R. A. Kartini’s geest bestond de scheidsmuur tusschen den ouden en jongen tijd niet meer, maar zij stootte zich toch in werkelijkheid daartegen, telkens wanneer zij bemerkte, dat zij niet dadelijk allen die haar lief waren, kon overreden.
Zóó is het altijd geweest, en zóó zal het wel te allen tijde blijven, wanneer baanbrekers rekening moeten houden met hen, die zich nog niet, of nog niet geheel, hebben kunnen losmaken van de begrippen uit vroeger jaren.
R. A. Kartini schudde echter niet vergeefs aan den scheidsmuur: het gelukte haar niet alleen haren Vader, maar ook hare Moeder, de Raden Ajoe, in hoofdzaak te overtuigen, althans te verzoenen met het denkbeeld dat hare dochters wilden breken met het oude.
Zij heeft ten slotte meer sympathie betoond met de vooruitstrevende denkbeelden harer dochters, waardoor zij hare kinderen dichter tot zich bracht. En den eenmaal ingeslagen weg is zij blijven bewandelen tot op dezen dag.
Ook R.A. Kartini’s oudere zuster, veel vroeger gehuwd, die aanvankelijk scherp tegenover haar stond, werd overtuigd, evenals de broers.
En het is wel te verwachten dat hoe langer hoe meer hare beginselen zullen zegevieren, en zij niet vruchteloos gearbeid en geleden zal hebben.
R.A. Kartinis hart trok al spoedig naar het Europee-