Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/143

Deze pagina is proefgelezen

119

haar dochtertje weêr gelukkig was. Ik heb haar niets verteld van hetgeen ik je hier schrijf, alleen maar dat ik mij ontuitsprekelijk gelukkig gevoelde, en vol lust was en levensmoed. Maar jou heb ik alles verteld, met uitzondering van dat eene, omdat jij daarop recht hebt, immers 't zal jou werk zijn, wanneer alles zich voor mij ten goede keert. Je zedelijke steun hield me staande, wanneer ik wanhopig was, je bemoediging, je opwekking sterkten mij, wanneer ik me zwak gevoelde. Stella, als ik ooit iets kan doen voor mijne zusteren op Java, dan is het enkel en alleen door en met je hulp.

Ik vertelde je reeds, dat Mevrouw Ter Horst mij haar blad ter beschikking stelde, om er de belangen der Inlandsche vrouw te bepleiten; ze beloofde me geheimhouding, en deed me zelfs een vorm aan de hand, waarin ik dat onderwerp behandelen kon "eene causerie van twee regentsdochters". Zij van haar kant zal en wil alles doen, om de goede zaak te bevorderen, als ik haar maar wilde zeggen op hoe'n wijze zij zulks zou kunnen doen. Van Vader heb ik de toestemming. O! Stella, Stella, wat wordt me toch veel in handen gelegd. God geve, dat ik 't volbrengen kan. Steun me, sterk me, mijn vriendin. Schrijf me véél, véél, Stella. Om me te oefenen schreef ik schetsjes, doodgewone dingen, voorvallen uit ons eigen leven. Een er van is al in de "Echo" verschenen; als pseudoniem koos ik "Tiga Soedara" (drie zusters), omdat wij drieën één zijn. Men had al gauw ontdekt wie