155
trotsch, toen wij vernamen, dat bij de Regeering 't voornemen bestond, voor regentsdochters de gelegenheid open te stellen zich te bekwamen tot onderwijzeres. Aan alle meisjes-standgenooten werd de weg geopend, zich een zelfstandig bestaan te veroveren, en alzoo de toegang verleend tot vrijheid en geluk, en het werd van de hand gewezen. En ik zat me al te verkneuteren van pleizier bij de gedachte, hoe je oogen tintelen zouden, als je dat heerlijk nieuws vernam, en nu is al 't moois naar de maan. Hoe nu de zaken precies staan, weet ik niet — onze vrienden op Batavia zijn op reis — maar wij denken, heel, heel treurig. Als nu die kostelijke plannen van onderwijs voor Inlandsche meisjes in 't algemeen ook maar niet er bij inschieten, ook door onwil der ouders, dan is 't niets, hoor! Dàt zou vreeselijk zijn! O, je weet niet, hoe mij de vingers branden om te schrijven over die heerlijke voorstellen van den Directeur van Onderwijs, en over de voorgestelde opleiding van regentsdochters tot onderwijzeres, maar ik, stakker, moet mijn mond of mijn pen stilhouden, ik mag mijn opinie over die belangrijke onderwerpen niet zeggen, allerminst door middel van de pers. Weet je wel, dat zelfs personen in onze onmiddellijke omgeving niets weten van wat er broeit en gloeit en woelt in ons binnenste? dat men niets weet van onze plannen? Ik had bij mezelve zoo'n schik, toen een goede kennis, die veel bij ons aan huis komt, dat over de opleiding van regentsdochters in de krant las, tot de zusjes zeide,