Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/26

Deze pagina is niet proefgelezen

4

over zee: de Westersche beschaving. Al zijn kinderen, die allen eene Europeesche opvoeding genoten, hebben of hadden (velen dezer zijn er niet meer) de liefde voor den vooruitgang van hunnen vader overgeërfd, en[Pg 3] deze gaven op hun beurt hun kroost dezelfde opvoeding, die zij zelf genoten hadden. Vele mijner neven en al mijne oudere broers hebben de H.B.S. doorloopen—de hoogste inrichting van onderwijs, die wij hier in Indië hebben, en de jongste mijner drie oudere broers bevindt zich sedert ruim drie jaren ter voltooiing zijner studiën in Nederland, de twee anderen zijn in 's Lands dienst. Wij meisjes, geketend als we nog zijn aan oude gebruiken en gewoonten, hebben slechts povertjes mogen profiteeren van den vooruitgang, wat 't onderwijs betreft.—'t Was al een heel groot vergrijp tegen de zeden en gewoonten van mijn land, dat wij meisjes uit leeren gingen en daarvoor eiken dag het huis verlaten moesten om de school te bezoeken. Zie, de adat van ons land verbiedt meisjes ten strengste uit hun huis te komen. Naar een andere plaats gaan mòchten wij niet—en de eenige inrichting van onderwijs, die ons stadje rijk is, is maar een gewone openbare lagere school voor Europeanen. Op mijn twaalfde jaar werd ik thuis gehaald—ik moest de "doos" in; ik werd in huis opgesloten in algeheele afzondering van de buitenwereld, waarin ik niet eer terug mocht keeren, dan aan de zijde van een echtgenoot, een wildvreemden man, dien onze ouders voor ons uitkiezen en met