12
Nederland. Wij stellen in àlles levendig belang, wat aangaat de Vrouwenbeweging!
Ik ken geen der moderne talen, helaas! — de adat gedoogt niet, dat wij meisjes meer talen leeren — het is al erg genoeg, dat wij Hollandsch kennen. Ik verlang met hart en ziel de talen te kennen, minder om die talen te kunnen spreken, maar wel om vele mooie werken van buitenlandsche auteurs in het oorspronkelijke te kunnen genieten.
Nietwaar, al is een vertaling ook nog zoo goed, het kan[Pg 8] 't tòch niet bij het oorspronkelijke halen; dit is altijd beter, mooier; Wij houden heel veel van lectuur, mooie werken te lezen is ons grootste genot. Wij, dat zijn de jongere zusters en ik. Wij drieën zijn samen opgegroeid en steeds om en bij elkaar. Wij verschillen met elkaar ieder een jaar in leeftijd. Tusschen ons drietjes bestaat de meest harmonische eendracht; natuurlijk hebben wij wel eens een enkelen keer verschil van meening, maar dit verzwakt in geenen deele den band, die ons zusters samen bindt. De kleine oneenigheidjes zijn juist heerlijk, vind ik — ik bedoel de verzoeningen, die daarop volgen. Het is de grootste leugen, die er bestaat, vindt u ook niet, als men beweert, dat twee menschen steeds in àlles dezelfde meening zijn toegedaan — 't kàn niet — of men moet huichelen.
Ik heb u nog niet verteld, hoe oud ik ben. Verleden maand ben ik juist 20 geworden. Vreemd, dat toen ik 16 jaar oud was, ik mij-zelf zoo vreeselijk oud vond