13
en zoo dikwijls zwaarmoedige buien had; en nu, nu ik twee kruisjes achter den rug heb, voel ik mij zoo jong en ben ik een en al levenslustig en.... ook strijdlustig.
Noem mij maar Kartini — zoo heet ik. Wij Javanen hebben geene familienamen. Kartini is mijn van en voornaam tegelijk, en wat dat Raden Adjeng betreft, die twee woordjes drukken den titel uit. Ik kon, toen ik Mevrouw van Wermeskerken mijn adres opgaf, toch niet enkel Kartini zeggen, dat zou men in Holland zeker vreemd vinden, en een mejuffrouw of iets dergelijks er voor te schrijven, wet daar heb ik geen recht op — ik ben maar een Javaan.
Nu weet u voorloopig van me genoeg, niet waar? Een volgende keer vertel ik u van ons Indisch leven.
Wilt gij over den een of anderen Indischen toestand ingelicht zijn, meld het mij dan; gaarne ben ik bereid u alle mogelijke inlichtingen te geven over mijn land en volk.
Wat ik graag zou weten — kent u Mevrouw Goekoop persoonlijk? Zoo ja, wilt u mij later dan eens het een en ander van haar vertellen? Ik stel warm belang in deze hoogstaande, moedige vrouw, die zoo ten volle mijne sympathie heeft.