Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/47

Deze pagina is niet proefgelezen

25

standen zijnde, kan toch nog niet zoo op de hoogte zijn van alles in onze Inlandsche wereld als de geboren Inlander zelf. Veel wat nu nog duister en een raadsel is voor Europeanen, zou ik gemakkelijk met een paar woorden kunnen oplossen, en daar waar geen Europeaan toegang heeft, kan de Inlander komen. Allerlei finesses in de Inlandsche wereld, die zelfs voor den grootsten Indoloog onbekend zijn gebleven, kan de Inlander aan 't licht brengen.

Ik voel mijn onmacht maar al te goed, Stella. Ieder zou 't uitproesten van 't lachen, wanneer men over mijn schouder heen dit blaadje papier kon lezen. Wat een krankzinnig idee van me, niet waar, ik, die niets heb geleerd, niets ken, ik zou mij aan letterkunde willen wagen! En toch, al lachte ook jij mij uit, en ik weet, dat je 't niet doet, ik zal dat denkbeeld niet laten varen. 't Is wel een wanhopig werk; maar "die niet waagt, die niet wint," is mijn lijfspreuk! Vooruit maar! Alles brutaal aandurven en aanpakken! De brutalen hebben drie vierden van de wereld.[Pg 16]

Ik zond je 't stukje uit de Bijdragen van het Koninklijk Instituut voor Land-, Taal- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië. Dat ding schreef ik een jaar of vier geleden en keek er verder niet naar, tot kort geleden bij 't opruimen van oude papieren 't mij weer onder de oogen kwam. Vader kreeg juist een verzoek om medewerking van 't Bestuur van bovengenoemd Instituut. Pa zond 't stukje op en na eenigen tijd kreeg ik een hoop overdrukjes gestuurd. Ik dacht,