Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/52

Deze pagina is niet proefgelezen

30

zene verstaat men niet. Ik vind 't een gekkenwerk, iemand te leeren lezen, zonder 't gelezene te leeren verstaan. 't Is evengoed alsof je mij een Engelsch boek leert lezen, en ik 't heelemaal uit het hoofd moet kennen, zonder dat je mij de beteekenis van een enkel woordje daarin zegt. Wil ik mijne leer kennen en verstaan, dan dien ik naar Arabië te gaan om daar de taal te leeren. Ook zonder vroom te zijn kan je toch wel een goed mensch zijn, nietwaar Stella?

En op het "goed zijn" komt het aan.

Godsdienst is bedoeld als een zegen voor de menschheid, om een band te vormen tusschen alle schepselen Gods. Allen zijn we broers en zusters, niet omdat wij dezelfde menschelijke ouders hebben, maar omdat wij allen kinderen zijn van één Vader, van Hem, die daarboven in de hemelen troont. Broers en zusters moeten elkaar liefhebben, helpen, sterken, steunen. O, God, soms zou ik wenschen, dat er nooit een godsdienst had bestaan. Want[Pg 19] deze, die juist alle menschen tot één vereenigen moest, is door alle eeuwen heen oorzaak geweest van strijd en verdeeldheid, van de bloedigste en gruwelijkste moordtooneelen. Menschen van dezelfde ouders staan dreigend tegenover elkaar, omdat de wijze, waarop zij één en denzelfden God dienen, van elkaar verschilt. Menschen, wier harten door de teederste liefde met elkaar verbonden zijn, keeren zich diep ongelukkig van elkaar af. Verschil van kerk, waarin toch dezelfde God wordt aangeroe-