Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/64

Deze pagina is niet proefgelezen

42

erg druk; dan is er bandjir, dan aardstorting, dan weer is er storm. Een kolossale randoe-boom is onlangs omvergevallen, op een publieken weg, en twee voorbijgangsters werden er verpletterd van onder uit weggehaald. Den heelen dag en den heelen nacht[Pg 26] hoorden wij de zee brullen en razen. Arm "Klein Scheveningen" daar heeft de storm 't vreeselijkst gewoed. De weg naar het badhuis is heelemaal door de golven weggeslagen en het strand daarvóór is verdwenen. De onverzadelijke zee heeft het ingeslikt. Als 't vanmiddag niet stortregent, zal ik Pa vragen om daar naar toe te gaan.

Een week of wat geleden waren we op "Klein Scheveningen"; wij stonden met ons drieën op een grooten rotsblok aan 't strand naar het woeste golvenspel te kijken. Zóó geboeid waren we door dat ontzagwekkend schouwspel, dat wij niet eens zagen, hoe meer en meer die aanrollende reuzengolven onze rots naderden. Eerst als de kleintjes aan 't strand ons angstig terugriepen, wisten we, dat we geheel ingesloten waren door het schuimend nat. Tot aan de knieën kletsnat kwamen wij bij de kinderen terug.

Eenigen tijd geleden vroeg je me, hoe de toestand van den kleinen man thans is, maar aangezien ik je toen reeds zooveel geschreven had, sloeg ik die vraag over, daar zij niet met een paar woorden te beantwoorden was. Ik beloofde je echter een volgenden keer op dat punt te zullen terugkomen, en dáárvoor kom ik nu eigenlijk bij je. Maar alvorens dat onderwerp aan