Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/114

Deze pagina is gevalideerd

100

door den stedelijken raad aldaar verboden, en evenzoo later in Beieren, in Keulen, en in 1685 bij keizerlijke verordening voor geheel Duitschland. De oproeren der engelsche arbeiders tegen de invoering van machines duren tot in de 19de eeuw en hetzelfde verschijnsel herhaalt zich ook in andere landen. In Frankrijk kwamen zij nog omstreeks 1830 voor, in Duitschland nog in 1848.

Het is heel makkelijk over deze ruwe wijze om zich tegen den grootsten vooruitgang van den nieuweren tijd te verzetten, farizeeïsch te weeklagen, maar een feit is het, dat de machine overal als de onmiddellijke vijandin van den arbeider optreedt, ten doel hebbend hem te verdringen. Gedurende het tijdperk der manufactuur kwam bij de arbeidsverdeeling en de samenwerking in de werkplaatsen meer de positieve kant aan het licht, dat zij aan 't werk zijnde arbeiders productiever maken; de machine echter treedt aanstonds als concurrente van den arbeider op. Voor de door haar vervangen arbeiders heet het een groote troost, dat hun lijden slechts "voorbijgaand" is en voorts dat de machine slechts langzamerhand zich van een geheel voortbrengingsterrein meester maakt en aldus de omvang en de intensiteit harer vernietigende werking gebroken wordt. "De eene troost," antwoordt Marx daarop, "werpt de andere omver". In het laatste geval brengt zij in de met haar concurreerende arbeiderslaag chronische ellende voort, waar echter de overgang snel is, werkt zij in het groot en acuut. "De wereldgeschiedenis biedt geen ontzettender schouwspel dan de langzame, tientallen jaren voortslepende, eindelijk in 1838 bezegelde ondergang der engelsche katoenwevers. Velen van hen stierven den hongerdood, velen vegeteerden lang met hun gezinnen op 2½ pence (12½ cent) daags. Acuut daarentegen werkte de engelsche katoenmachinerie op Engelsch Oost-Indië, welks gouverneur-generaal in 1834/35 constateerde: "De ellende vindt nauwelijks een weerga in de geschiedenis van den handel. De beenderen der katoenwevers bezaaien Indië's vlakten." "Voorzeker," voegt Marx hieraan met bitter sarcasme toe, "in zooverre deze wevers het tijdelijke met het eeuwige verwisselden, bereidde de machine hun slechts "tijdelijke" misstanden." Het arbeidsmiddel verslaat den arbeider. Dat blijkt het meest tastbaar, waar nieuw ingevoerde machinerie met oud handwerks- of manufactuur-bedrijf concurreert. Maar binnen het raam der groote industrie leidt verdere verbetering der machinerie tot hetzelfde resultaat. Marx voert voor deze stelling een overvloed van bewijzen uit de rapporten der Engelsche fabrieksinspecteurs aan, waarop wij echter hier niet meer behoeven in te gaan, daar het feit volstrekt niet ontkend kan worden.

Beschouwen wij veeleer nog eens de machine-concurrente als "opvoedster" van den arbeider. De vele "ondeugden" waartoe de arbeidersklasse naar de meening harer kapitalistische vrienden buiten kijf geneigd is—noemen wij hier slechts gebrek aan onderdanigheid, luiheid en dronkenschap—hebben geen krachtiger tegenstander dan de machine. Zij is het machtigst strijdmiddel van het kapitaal tegen de arbeiders, als zij zich verzetten tegen zijn alleenheerschappij, als zij niet tevreden zijn met de loonen die het hun toestaat, met den