Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/158

Deze pagina is gevalideerd

144

zal hij meer arbeidsloon uitgeven, het variabel kapitaal zal groeien, zonder dat meer arbeiders te-werk-gesteld behoeven te worden—hun aantal kan tegelijkertijd zelfs dalen.

Nemen wij aan dat een ondernemer 1000 arbeiders in dienst heeft, de arbeidsdag 10 uren bedraagt, het dagloon 2 gulden. Hij wil meer kapitaal in zijn bedrijf steken. Hij kan dit doen door de bedrijfsruimten uit te breiden, nieuwe machines aan te schaffen en meer arbeiders in dienst te nemen. Hij kan echter ook het meerdere kapitaal, voorzoover het niet tot aanschaffing van meer ruwmateriaal moet dienen, aldus aanwenden dat hij den arbeidstijd der reeds te-werk-gestelde arbeiders verlengt. Nemen wij aan, dat hij hem met 5 uren verlengt, terwijl de prijs van den arbeid dezelfde blijft; het dagloon zal dan 3 gulden bedragen, het variabele kapitaal zal—onder overigens gelijke omstandigheden—met 50 pCt. gestegen zijn, zonder dat het aantal arbeiders gegroeid is. leder kapitalist heeft er echter belang bij, een vermeerdering van den arbeid eer door verlenging van den arbeidstijd of vergrooting der intensiteit van den arbeid, dan door vermeerdering van het aantal arbeiders te bereiken, aangezien het bedrag aan constant kapitaal dat hij uit te geven heeft, in het eerste geval veel langzamer stijgt dan in het laatste. En dit belang is des te sterker, naarmate de productie op grooter schaal plaats heeft. De kracht van dit belang groeit dus met de accumulatie van het kapitaal.

Als bijv. het arbeidsmiddel van den arbeider een spade is, die 2 gulden kost, zal de ondernemer zich er nauwelijks sterk tegen verzetten om een vermeerdering van den arbeid door overeenkomstige vermeerdering van het aantal arbeiders te bereiken. Anders staat het als de arbeider een machinerie gebruikt die 100.000 gulden kost.

Met de accumulatie van het kapitaal stijgt echter niet slechts het streven der kapitalisten om een vermeerdering van den arbeid zonder overeenkomstige vermeerdering van het aantal arbeiders te bereiken, tevens vermindert ook de kracht der arbeidersklasse om aan dit streven weerstand te bieden. De door de accumulatie van het kapitaal voortgebrachte overtollige hoeveelheid arbeiders vermindert door hare concurrentie het weerstandsvermogen der werkende arbeiders. Dezen worden aldus gedwongen zich tot overwerk te leenen, het overwerken doet weer de rijen der overtollige arbeidersbevolking aanzwellen. De werkeloosheid van den een heeft het overwerk van den ander ten gevolge en omgekeerd.

Wij zien dat de accumulatie van het kapitaal met haar begeleidende verschijnselen en gevolgen, de centralisatie der kapitalen, de technische omwenteling van het oude kapitaal, het overwerk enz, het streven heeft, om het aantal te-werk-gestelde arbeiders in verhouding tot het aangewend totaal-kapitaal, en inmiddels ook volstrekt, te verminderen.

Zij vermeerdert echter tegelijkertijd het aantal zich aanbiedende, aan het kapitaal ter beschikking staande arbeiders in een mate, die de vermeerdering der bevolking ver te boven gaat.

Wij hebben in de tweede afdeeling van dit boek gezien, hoe de manufactuur en nog meer de groote industrie in den loop harer ontwikkeling het mogelijk maken ongeschoolde arbeidskrachten in plaats van