72
noodzakelijke arbeidstijd, dan daalt ook de waarde dezer producten en daarmee de waarde der arbeidskracht van den arbeider en het tot wederaanmaak dezer waarden noodzakelijk deel van den arbeidsdag, zonder dat de gewone behoeften van den arbeider ingekrompen worden. Met andere woorden: stijgt het voortbrengingsvermogen van den arbeid, dan daalt onder bepaalde omstandigheden de waarde der arbeidskracht. Slechts onder bepaalde omstandigheden, nl. slechts dan of slechts in zooverre, als de vergrooting van het voortbrengingsvermogen van den arbeid den arbeidstijd verkort die noodig is tot vervaardiging der levensmiddelen welke de gewone behoefte der arbeiders uitmaken. Als de arbeider gewoon is schoenen te dragen inplaats van barrevoets te gaan, dan zal de waarde der arbeidskracht verminderen, wanneer tot vervaardiging van een paar schoenen 6 inplaats van 12 arbeidsuren noodig zijn. Wanneer echter de voortbrengingskracht van den arbeid der diamantslijpers of der kantwerkers verdubbelt, dan blijft dit zonder invloed op de waarde der arbeidskracht.
Een verhooging der voortbrengingskracht van den arbeid is echter slechts mogelijk door een wijziging van het voortbrengingsproces, door een verbetering der arbeidsmiddelen of der arbeidsmethoden. De voortbrenging van betrekkelijke meerwaarde wordt dus bepaald door een omwenteling van het arbeidsproces.
Deze omwenteling en voortdurende verbetering der productiewijze is door den aard van het kapitalistische productiestelsel daarmee noodzakelijk verbonden. Wel-is-waar behoeft het niet noodwendig tot het bewustzijn van elk kapitalist te komen, dat, hoe goedkooper hij produceert, de waarde der arbeidskracht des te lager en, onder overigens gelijke omstandigheden, de meerwaarde des te hooger zal zijn. De concurrentie dwingt hem echter steeds tot nieuwe verbeteringen in het productieproces. Het streven om zijn concurrenten de baas te zijn, brengt hem tot het invoeren van nieuwe methoden die hem in staat stellen om in minder dan den gemiddeld noodzakelijken arbeidstijd, evenveel waren voort te brengen als tot dusver. De concurrentie dwingt zijn concurrenten het verbeterd proces eveneens in te voeren. De bizonder hooge winsten die gemaakt worden zoo lang het alleen stond, verdwijnen zoodra het algemeen geworden is, maar, al naarmate dit proces op de voortbrenging der noodzakelijke levensmiddelen meer of minder inwerkt, blijft als duurzaam resultaat een meer of minder groote daling der waarde van de arbeidskracht en een overeenkomstige rijzing der betrekkelijke meerwaarde.
Dit is slechts een der oorzaken die bewerken dat het kapitalisme de productiewijze voortdurend omwentelt en aldus de betrekkelijke meerwaarde steeds meer verhoogt.
Stijgt de voortbrengingskracht van den arbeid, dan stijgt ook de voet der betrekkelijke meerwaarde, terwijl de waarde der voortgebrachte waren in overeenkomstige mate daalt. Zoo zien wij de schijnbare tegenstrijdigheid zich ontwikkelen, dat de kapitalisten onverpoosd zich moeite geven om steeds goedkooper te produceeren, aan hun waren steeds geringer waarde te geven, ten einde steeds meer waarde te