Pagina:Keulemans - Vogels van de Kaap-Verdische Eilanden (1866).pdf/39

Deze pagina is gevalideerd

— 401 —

Hun vleesch heeft een walgelijken reuk en is desniettegenstaande, voor den zwarten inwoner eene lekkernij. De inlanders noemen dezen vogel Moeinbini of Moein-binhi.


STERNA STOLIDA.

Deze zeezwaluw komt in menigte langs de kusten van het zuidelijke gedeelte van Prinseiland voor. Op St.-Thomas zijn zij echter nog menigvuldiger. Hun bek is zwart, even als de pooten; de iris heeft eene donkerbruine kleur. Op St.-Thomas wordt zij Undorinha-de-mar genoemd, doch op Prinseiland hoorde ik haar nooit eene benaming geven.


STERNA PANAYENSIS.

Deze vogel wordt langs de kusten, doch zeldzaam, gevonden. De mannetjes zijn grooter dan de wijfjes. Tusschen de seksen bestaat geen uiterlijk verschil. De weinige voorwerpen, welke ik op dit eiland aantrof, kwamen in het westelijke gedeelte voor. De inwoners noemen dezen vogel Rabo-de-tzoura; Rabo beteekent: schaar en tzoura: staart, zoodat men deze vogel Schaarstaart noemt, en wel omdat zijne twee verlengde staartpennen aan eene geopende schaar doen denken.

Een Phaëton, die somtijds langs de kusten waargenomen wordt en waarvan ik niet met juistheid den naam kan bepalen, wordt door de inboorlingen Rabo-de-jonco genoemd, d.w.z. Bies-staart, de Paille en queue der Franschen.