soms den hond nablaft en even als de kat miaauwt. Men bedenke hierbij, dat het als ware 't eene aangeboren eigenschap der Noord-Amerikanen is, om de hoedanigheden van alles, wat voor den handel is bestemd, hoog op te vijzelen, ten einde dit, door zoodanige maar al te dikwijls bedriegelijke grootspraak, met winst aan den man te brengen. Wij willen echter den kunstenaar, hun Spotlijster, geen onregt aandoen, en beschrijven hem daarom met Wilson's eigen woorden. Wilson nam hem in zijn vaderland, in de gulden vrijheid, in zijn vollen zang en jubel waar, en zegt o.a. het volgende:
„De schranderheid, die hij aan den dag legt, om de verschillende geluiden van bijna iederen vogel der schepping af te luisteren en in het geheugen te prenten, is verwonderlijk en kenmerkt de grootheid van zijn genie. Behalve deze gave, bezit hij eene volle, krachtige en klankvolle stem, alsmede de eigenschap, of liever de bekwaamheid, om geluiden in verschillende modulatiën en wijzigingen voort te brengen, zoodat hij zoowel de zachte heldere toonen van den Boschlijster als het scherpe geroep van den Arend weêrgeeft. Niet alleen bootst hij de maat en den toonaard van deze oorspronkelijke geluiden getrouw na, doch hij overtreft ze zelfs in kracht en zoetheid van toon. In zijn natuurlijk verblijf, zittende boven in een hoogen heester, bij het schemeren van den ochtendstond, als het lied van honderde kleine zangers in de wouden weêrklinkt, verrijst zijn zang boven alle andere mededingers. Zijn zang is echter niet geheel en al nabootsing; hij bezit ook zijne eigene, zeer kennelijke en als ware 't onverschrokken toonen, die hij in oneindige variatiën voortbrengt. Deze zang bestaat uit een kort, schielijk herhaald uitstooten van twee, drie, op zijn allerhoogst vijf of zes syllaben, die gewoonlijk door de eene of andere nabootsing worden gevolgd. Op deze wijze gaat hij een half uur, soms wel een uur lang voort, zonder 't allerminst in kracht en ijver te verflaauwen. Zijne uitgespreide vleugels en met wit geschakeerde staart, alsmede de vrolijkheid waarmede hij zich beweegt, streelen het oog van den waarnemer evenzeer als zijn zang het oor aangenaam verrast. Somtijds springt hij, steeds zingende, schielijk vooruit of omhoog; zijne bewegingen worden vuriger en klimmen tot vervoering, terwijl tegelijkertijd zijn geluid in kracht en verrukking toeneemt. Hij geeft zich dermate aan zijne muziekale inspanning over, dat hij zichzelven schijnt te vergeten, en met onbezonnen sprongen neêrdaalt; doch plotseling schiet hij weer pijlsnel omhoog, als wilde hij de ziel van den zang, die met den laatsten toon verloren ging, weder tot zich nemen.