zijne beschikking heeft; doch juist daarom zijn de door hem voortgebragte toonen zoo grillig, en is hij zoo weinig leerzaam. Hij kan alles: waarom zou hij leeren?
De Amerikaansche vogelliefhebbers geven de voorkeur aan jong verkregen of opgekweekte voorwerpen, en behouden die dan ook zelven. Daarentegen zijn de naar de oude wereld verzonden Spotlijsters meestal oude en in strikken gevangen voorwerpen; die ten getale van 10 à 40 worden dezen in afzonderlijke kooijen gepakt en, gewoonlijk op bestelling, naar Engeland geëxpedieerd. Bij aankomst aldaar worden zij uitgezocht en de minst aanzienlijken meestal afzonderlijk gehouden, om aan dezen of genen handelaar op het vasteland te worden overgedaan. A. E. Brehm haalde ze zelf, en heeft zoodoende steeds fraaije exemplaren in Duitschland aangevoerd. De voorwerpen, welke men soms bij de vogelhandelaren te Rotterdam aantreft, zijn gewoonlijk óf het uitschot der Engelschen, óf wijfjes, welke niet zingen. Eenige jaren geleden waren er eenige goede te koop tegen 25 gulden; de overigen werden voor 7 à 9 gulden verkocht, doch dit waren grootendeels wijfjes.
Men kan ze gemakkelijk in 't leven houden, doch dient ze met bijzondere zorgvuldigheid te behandelen; want, ofschoon het sterke vogels zijn, kan de minste ongesteldheid spoedig hun dood ten gevolge hebben. Men kan ze voêren met broodkruimels en geschrapte wortelen, of ook met het voor Lijsters en Leeuwerikken geschikte voedsel. Zij zijn zeer verzot op gehakt ei en fijngewreven kalfshart, met water tot eene dikke pap vermengd; ook gekookte krenten, kleine rozijnen, aal-, vlier- en kamperfoeliebeziën eten zij gaarne. Te veel zacht of nat voêr maakt hen ziek en veroorzaakt diarrhoea, waardoor zij zeer verzwakken. Hunne uitwerpselen zijn van nature dun en overvloedig, waarom het noodig is, de kooi twee- à driemaal 's weeks, zoo al niet dagelijks, van een verschen zandbodem te voorzien. Hunne kooijen kunnen niet te ruim en te licht zijn; in het duister of in een bedompten en benaauwden atmospheer tieren deze vogels nimmer.
Zij zijn zeer oplettend, levendig, zelfs rusteloos, doch twistziek, jaloersch en bijzonder ligtgeraakt. Desniettemin worden weinig vogels zoo mak, als Spotlijsters.
Het is uiterst moeijelijk, bij deze vogels de seksen te onderscheiden. De wijfjes, welke, gelijk we hierboven reeds aanmerkten, niet zingen, zijn zwakker van snavel en hebben een minder driftig, of, beter gezegd, minder dapper uiterlijk; er zijn echter ook zeer kleine mannetjes, en vooral bij deze vogels bestaat er een opmerkelijk verschil in de grootte der voorwerpen. Men wil dat de mannetjes meer wit aan den vleugel vertoonen; mij is echter gebleken, dat de kleur meer op den