dan geraakt hij soms tegelijk met deze reisgenooten op lijmstokken of in slagnetjes. In den herfst gevangen zijnde, sterft hij echter meestal spoedig. Het best houdt men hem in 't leven door hem, jong gevangen, met gehakt vleesch en ei en veel insecten of miereneijeren te voeren. De kinderen der buitenlieden in vele streken van Frankrijk laten de jongen in het nest, totdat zij vliegen kunnen, en vangen ze dan door een netje voor het nesthol te plaatsen. Daar echter zulke jeugdige vogelhouders gewoonlijk niet weten, hoe zij de jongen moeten voêren, binden zij hun een koordje aan den poot, laten ze dan tegen kale boomstammen opklimmen, en halen ze dan weder onmeêdoogend terug, even als onze Hollandsche jongelui in het najaar vogels „op de kruk" aan koordjes laten uitvliegen, waarbij menigen Keep en Vink, als 't arme dier niet onmiddellijk door vermoeijenis er het leven bij inschiet, toch zeker de pooten uit het lijf worden gerukt, zoo hij al niet door het koord geworgd wordt.
In de kooi is de Draaihals een zeer aardige vogel en, wegens zijne zonderlinge bewegingen, inderdaad eene curiositeit. Spoedig wordt hij mak en laat zich, als men hem daaraan gewent, in de hand nemen of in den zak stoppen, zonder eenige vrees te toonen.
Men geve hem gekneusd hennepzaad, gehakt vleesch en ei, of het voor den Nachtegaal voorgeschreven voeder. Hij eet ook vlier-, moer- en andere beziën, doch geeft aan miereneijeren verreweg de voorkeur.