zelfs tegen opgezette vogels allerpotsierlijkste bewegingen. Het mannetje pronkt bij dergelijke gelegenheden: hij ligt namelijk een der vleugels op en buigt zich bijna geheel op zijde, namelijk in de tegenovergestelde rigting van den vogel, waarvoor hij dit doet. Als men hem voor een spiegel plaatst, maakt hij voor zijn eigen beeld allerlei vreemdsoortige gebaren.
Het mannetje heeft een bijzonder welluidenden zang, welke in sommige opzigten aan dien van den Boschleeuwerik herinnert; bij het zingen zit hij meestal rustig met den kop in den nek. Zijn lokgeluid komt met dat van den Rijstvogel overeen. Sommige voorwerpen zingen in gevangenschap den geheelen dag door, en bootsen ook de geluiden van andere vogels na. Indien men ze in groote volières of in de kamer laat rondvliegen, broeijen zij weldra, en slepen dan allerlei zachte zelfstandigheden naar den daartoe uitgekozen hoek.
Men voêrt hen met hennep-, wit- of kanariezaad, pitten van appelen of peren, en geeft hun voor versnapering nu en dan een stukje suiker; zij eten ook gekookte rijst, en, bij gebrek van zaden, kan men hun gemalen maïs en boekweit geven. Zij kunnen het in de gevangenschap lang uithouden, en, als men hun overvloedig schoon water geeft, waarin zij zich kunnen baden, behouden zij ook hunne frissche kleuren, welke anders spoedig vervuilen.
In sommige streken van Noord-Amerika noemt men ze ook Dominicans, terwijl de vogelhandelaren in Engeland hen meestal met den naam van Virginian Nightingale bestempelen. De koopprijs verschilt, naar mate van den aanvoer, van 10 à 20 gulden het paar of van 12 à 15 gulden voor een mannetje.