Nieuw-Zeeland overgebragt. Op Madagascar, aan de Kaap de Goede Hoop, op St. Helena en in bijna geheel Noord-Amerika is de Musch eerst later ingevoerd. Een opmerkelijk verschijnsel is, dat, ofschoon deze vogels zoowel in warme als in koude, in drooge en in moerassige, in vlakke en in bergachtige streken leven, zij bijna niet aan kleurs- of klimaatsverscheidenheden onderworpen zijn, terwijl men reeds in het Zuiden van Europa twee zeer verschillend gekleurde Musschen aantreft, namelijk, eene met een geheel bruinen kop, en eene grootere soort met geheel zwarte keel en borst. Het is zeer zonderling, dat deze beide laatsten zich meer, dan de aan haar verwante Huismusch, aan bepaalde localiteiten gehouden hebben, ofschoon toch hare levenswijze nagenoeg geheel met die onzer Musch overeenkomt. Misschien (we zullen het waarschijnlijk niet beleven) zullen ook de overige Musschen den een of anderen tijd dergelijke landverhuizingen ondernemen, zoodra haar meest geliefkoosd voedsel door menschenhanden naar andere oorden vervoerd wordt, of wanneer andere oorzaken, zoo als aardbeving of overstrooming, ze uit hare tegenwoordige woonplaatsen verdrijven. In het Zuiden van Europa echter vinden wij, vooral in den winter, ook onze Musch, en wel in de steden en dorpen, in gezelschap van hare eigen soort. Dit zijn meestal jonge voorwerpen, hetgeen bewijst, dat sommigen bij troepen wegtrekken en dat niet alle individuen in hun geboorteland blijven.
De in het Zuiden of eigenlijk in het Zuid-Oosten van Europa levende Musch (Passer Italiae) verschilt van de onze door haar geheel bruinen bovenkop en is over het algemeen sterker gekleurd. Men vindt haar bezuiden de Alpen tot Aziatisch-Turkije. De andere, grootere soort komt vooral in Spanje voor, zeldzamer in Italië, doch menigvuldig in Noord-Afrika, oostelijk in Barbarije en Abyssinië, westelijk in Senegal, de Kaap-Verdische en Canarische eilanden, alsook in Madera. Deze Musch is zeer kennelijk door hare geheel zwarte keel en borst, waarvan elke veder met een duidelijk witten rand is versierd; haar bovenkop is bruin, haar rug met zwart gevlekt, en aan de zijden van het ligchaam heeft zij groote zwarte vlekken aan den wortel der'veêren. De wijfjes zijn bijna niet van die der Huismusch te onderscheiden; alleen is de borst meer in het oog vallend gestreept.
Men vindt nog andere soorten van Musschen, doch deze zijn meer in het wild levende vogels, die zelden in of nabij de steden komen en in levenswijze meer de Ringmusch (P. montanus) naderen. Sommigen dezer bewonen zelfs de