DE RINGMUSCH.
PASSER MONTANUS.
De Ringmusch wordt nergens zoo menigvuldig aangetroffen, als in Nederland. Zij is hier de straatmusch der dorpen, en op vele plaatsen nestelt zij zelfs onder de daken der huizen, vooral tusschen de rieten daken der boerenwoningen. Even als de Huismusch, is zij over een groot gedeelte der oude wereld verspreid en in sommige streken toevallig overgebragt. Men wil zelfs weten, dat de Ringmusch uit Oost-Indië afkomstig is van een paar, dat door een koopvaardijschip uit de Nederlanden werd meêgevoerd, en wel, naar vrij algemeen beweerd wordt, op de volgende zonderlinge wijze: Een paar dezer Musschen hadden in het bovengedeelte van een der masten hun nest gebouwd, terwijl het schip ten anker lag. Bij het vertrek van het vaartuig waren de jongen nog niet uitgevlogen, en, toen dezen genoegzaam ontwikkeld waren om het nest te kunnen verlaten, was het schip reeds in volle zee. Bij aankomst te Batavia vlogen de Musschen natuurlijk weg, en vestigden zich in het nieuwe land. In hoeverre dit verhaal juist is, weet ik niet. Het is mogelijk; doch met dezelfde waarschijnlijkheid zou men kunnen beweren, dat de Ringmusschen uit onze koloniën in Oost-Indië, of uit China en Japan zijn ingevoerd, of wel van eiland tot eiland herwaarts zijn overgevlogen.
Volgens professor Schlegel, legt de Ringmusch, die op Java broeit, telkens slechts 2 eijeren, doch broeit zij gedurende alle jaargetijden, die trouwens op dat eiland, wat de temperatuur betreft, al zeer weinig van elkander verschillen.
Men vindt de Ringmusch ook in Noord-Afrika, in gematigd Siberië en in nagenoeg geheel Noord-Europa tot op den St. Bernardsberg, nabij het aldaar gelegen wereldberoemde klooster.
Ten opzigte van algemeenen vorm, kleur en levenswijze, komt de Ringmusch