ziet. En inderdaad, hoe fraai deze vogels er uitzien, kan men zich gemakkelijk voorstellen: nemen we, b.v., den Goudlaken, die reeds een allerprachtigste vogel is, en brengen we daarin den witten kraag en de lichtere kleuren van den Amherst, dan volgt er natuurlijk iets betooverends; want de kleuren der beide ouders zijn in de bastaards niet onregelmatig door elkaêr, maar afzonderlijk en geheel volgens de regelen van smaak en koloriet geschikt.
De vier jongen, welke in den zoölogischen tuin te Londen uit een Amherst-Haan met Goudlaken-Hen geteeld zijn, zien er als volgt uit: de kuif glanzig rood, en nog langer dan die van beide ouders; halskraag als van den Amherst, doch de donkere, schitterend bronsgroene vederranden liggen als schubben over elkaêr en zijn breeder dan die van den Amherst; de oogrand en de naakte wangen zacht stroogeel; het overige gedeelte van den kop en de keel metaalblaauw met groenen, weerschijn; borst en verdere onderdeelen, even als van den Goudlaken, helder scharlakenrood met een gelen band langs den donkeren nek; voorrug of mantel helder bronsgroen met bruin purperen glans; de rug tot aan de stuit oranjegeel; stuit oranje; de bovendekveêren van den staart zeer lang, heller oranje en zwart gemarmerd en donkerrood aan de punt; de twee langste middelste staartpennen gelijk die van den Amherst, doch een weinig donkerder gekleurd en iets langer dan die der ouders; vleugels en schouderveêren staalblaauw, en de groote slagpennen bruinzwart. Dergelijke bastaarden werden echter reeds vroeger door den heer Vekemans, directeur van den zoölogischen tuin te Antwerpen, geteeld, en bij den jaarlijkschen verkoop, die in deze inrigting gehouden wordt, bragt in 1872 een mannelijk voorwerp de som van 875 francs op.
De ¾ Amherst-bastaards hebben lichtgrijze wangen met zwart en blaauw geschubde rug en stuitveêren en gedeeltelijk witte bovenstaartdekveêren; het rood aan de onderdeelen met wit geschakeerd, en de geheele kleurverdeeling gelijkt overigens dermate op den vadertype, dat zij alleen aan de roode buikveêren als bastaards te herkennen zijn. De bastaard-Hanen, tusschen beide ouders met de Goudlaken-Hen gepaard, brengen echter meer de kleur van den oorspronkelijken vadertype voort, dan die van den Goudlaken; want tot nog toe zijn de meeste bastaarden oorspronkelijk uit Goudlaken-Hennen geteeld. Men heeft echter dezen zomer (omstandigheden beletten mij, naam en woonplaats van den kweeker op te geven) jongen geteeld uit den Goudlaken-Haan en de bastaard-Hen, en ook van den eerstgenoemde met de ¾ Amherst-Hen. Natuurlijk zullen deze jongen voor-