Pagina:Keulemans Onze vogels 3 (1876).djvu/41

Deze pagina is gevalideerd
 

DE BONTE KAKATOE.

CACATUA LEADBEATERI.


Men noemt den hier afgebeelden, fraaijen vogel ook Inka-Kakatoe of, naar zijn wetenschappelijken titel, Leadbeater's Kakatoe. Daar echter deze naam wel niet voor iedereen zeer gemakkelijk zal uit te spreken zijn, heb ik gemeend, deze soort, naar hare fraaije bonte kuif, de Bonte Kakatoe te mogen noemen, en dit te eerder, naardien zij toch de eenige soort is, die eene meer dan tweekleurige kuif bezit. Mogt soms iemand wenschen te vernemen, wat toch wel dat rare, woord „Leadbeater" beteekent, dan strekke tot inlichting, dat het de naam is van een Engelsch naturaliën-handelaar, naar wien de ontdekker den toen nieuwen vogel gedoopt heeft. De inlandsche naam is Inka of Enka, alsook Yokul-yokul.

Deze fraaije Kakatoe bewoont de binnenlanden van Australië, en wel hoofdzakelijk de wouden langs de Darling- en Murray-rivier. Zij houdt zich meer in eene en dezelfde localiteit op, en wordt dan ook nooit in het noordelijk gedeelte of langs de kuststreken gezien.

Het onderscheid tusschen beide seksen is bij dezen vogel alleen hierin gelegen, dat het wijfje witter aan de onderdeelen is en eene minder duidelijk bonte kuif heeft. De kleuren der jongen zijn niet bekend, doch zullen hoogstwaarschijnlijk, even als dit bij andere soorten het geval is, weinig van die der ouden verschillen.

In hare levenswijze heeft de Bonte Kakatoe veel overeenkomst met alle overige bekende soorten; zij is echter het minst woest en wild van allen, en heeft ook een veel zachter geluid. Vandaar dat zij, in gevangen staat, zelden zulk een vreeselijk kabaal maakt, als de meeste overige, vooral de groote soorten.

Ter wille harer fraaije kleuren, is zij de meest gezochte van alle Kakatoes; daarom vraagt de handelaar gewoonlijk voor haar een zeer hoogen prijs; zij is echter volstrekt geen zeldzame vogel; want in haar vaderland komt zij bij troepen