Pagina:Keulemans Onze vogels 3 (1876).djvu/55

Deze pagina is gevalideerd

Gedurende den oorlog met Abyssinië vonden de Engelschen vele dezer vogels, in tammen staat, buiten de huizen der inwoners, en in menig huis hingen er ook opgezette, of liever, door heet zand gedroogde voorwerpen aan den zolder, bij wijze van reliquiën.

Indien men de Ringparkieten in eene ruime volière houdt, broeijen zij even gereedelijk, als de Nieuw-Holland- of Grasparkiet. Gewoonlijk worden zij echter in kleine kooijen gehouden, en wel omdat zij, door hun aangeboren talent om woorden na te bootsen, te veel vermaak binnenshuis verschaffen. Vele vogelkweekers meenen ook te hebben opgemerkt, dat pratende Papegaaijen hun spraakvermogen verliezen, als zij paren en zich met hun nakomelingschap bezig houden, en daarom laten zij hunne vogels zoo lang mogelijk ongepaard. Brehm meldt, dat deze vogels in het Berlijnsche aquarium gebroeid hebben. Een Engelsch vogelliefhebber, die reeds van vele Papegaaijen-soorten jongen had verkregen, kwam, eenige jaren geleden, op het zonderlinge denkbeeld om eenige paren op zijn buitengoed te laten rondvliegen, ten einde ze in Engeland te acclimatiseren. Het was toen reeds bekend, dat een paar ontsnapte Grasparkieten in de boomen van Montague-Square te Londen had gebroeid. Onder de losgelaten soorten waren ook eenige Ringparkieten, welke langer, dan de overige losgelaten vogels, de buurt bleven bewonen, en men beweerde zelfs, dat een paar in een bosch, op eenige mijlen afstands van het landgoed, werkelijk een broeisel van vier jongen had grootgebragt. Evenwel, zoo als te verwachten was, verdwenen de Papegaaijen langzamerhand uit den omtrek, en den daaropvolgenden zomer werd er geen enkele meer gezien. Of de vrijgelaten paren gemerkt waren, is mij onbekend; doch als ooit iemand, in eene of andere landstreek, dezelfde proeve mogt willen nemen, zou ik hem raden, de vogels met een teeken te merken, ten einde ze later bij de naburige vogelhandelaars te kunnen terugvinden. Althans de Papegaaijen, die bij bovenbedoelde gelegenheid in Engeland rondvlogen, zijn, naar men zegt, bijna allen, zoodra het feit bekend werd, door vogelaars weder van hunne vrijheid beroofd.

Men koopt deze vogels tegen 8 à 15 gulden per stuk, of, zoo als gewoonlijk in de zeesteden het geval is, bij zekere hoeveelheden, en dan tegen lageren prijs. Gele of Luteo variëteiten zijn volstrekt niet zeldzaam; dezen zijn geheel citroengeel, zonder eenig spoor van groen. Gedeeltelijk gele worden bijna nooit aangetroffen.

Het geschiktste voedsel voor deze vogels bestaat in hennepzaad, maïs en gekookte rijst.