Pagina:La Rochefoucauld - Œuvres, Hachette, t1, 1868.djvu/386

Deze pagina is gevalideerd

  • 577. Aangezien men niet vrij is om te beminnen of op te houden te beminnen is het onterecht dat de minnaar zich beklaagt over de wispelturigheid van zijn geliefde of deze over de lichtzinnigheid van haar minnaar.
  • 578. Rechtsgevoel is niets anders dan de voortdurende vrees dat men ons ontneemt wat ons toebehoort; vandaar de zorg en het respect voor de belangen van de ander en de zorgvuldige waakzaamheid hem geen schade te berokkenen. Die vrees houdt de mensen binnen de grenzen die hun afkomst of lot hen heeft gesteld en zonder die vrees zouden ze voortdurend aanvallen plegen op anderen.
  • 579. De rechtvaardigheid van rechters die gematigd zijn is niets anders dan liefde voor hun eigen aanzien.