Pagina:Lagerlof, Niels Holgersson's Wonderbare Reis (1917).pdf/65

Deze pagina is gevalideerd

V.

DE GROOTE KRAANVOGELDANS OP DEN KULLABERG.



't Moet gezegd worden, dat, hoewel er veel prachtige gebouwen in Skaane zijn te vinden, er geen onder is, dat zulke mooie muren heeft als de oude Kullaberg.

De Kullaberg is laag en langwerpig. 't Is heelemaal geen hooge of indrukwekkende berg. Op den breeden bergrug liggen bosschen en akkers, en hier en daar een heideveld. Daar tusschen verheffen zich ronde heideheuveltjes en naakte bergtopjes. Daarboven is het niet zoo bizonder mooi. Daar ziet het er uit als op alle anderen hoogvlakten in Skaane.

Wie daar op dien landweg, midden over den berg wandelt, kan niet laten een beetje teleurgesteld te zijn.

Maar dan gebeurt het misschien, dat hij van den weg afgaat naar den kant van den berg, en langs de steile hellingen kijkt, en dan vindt hij op eens zóóveel, dat de moeite van het bekijken waard is, dat hij niet weet, hoe hij tijd zal vinden het allemaal te zien. Want het is zoo gesteld, dat de Kullaberg niet op het land staat met vlakten en dalen om zich heen, zooals andere bergen, maar hij is zoover in zee geloopen, als hij maar komen kan. Geen enkel strookje land ligt er voor den berg om hem tegen de golven van de zee te beschermen. Die komen tot vlak bij den bergwand, en kunnen dien afronden en vervormen naar hun welbehagen.

Daarom staan de bergwanden daar zoo rijk versierd, als de zee en haar bondgenoot, de wind, het hebben kunnen doen. Daar zijn steile kloven, diep ingesneden in de zijden van den berg, en zwarte rotspunten, die gladgeslepen zijn door de aanhoudende zweepslagen van den wind. Daar zijn eenzame rotspilaren, die rechtop uit het water steken en donkere grotten met nauwe ingangen. Daar zijn loodrechte, naakte hellingen en zachtglooiende,