Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/145

Deze pagina is proefgelezen

105

harde vruchtschaal; het water vloeit er uit; de noot valt af en levert een nieuw gevaar, daar deze afgevallen, half met water gevulde noten een geliefkoosde plaats worden voor muskietenlarven en aldus aan de verspreiding van malaria meewerken. De groote klappertor knipt langs eene rechte lijn de toppen der bladdeelen af en legt hare eieren in de eindknoppen der stammen. De groote larven voeden zich met de knoppen en de boom kwijnt weg. Ook de oksels der doode bladeren herbergen veel vijanden van den cocospalm. Voortdurend schoonhouden van de boomen en omgeving is even noodig als de zorg voor eene goede wijze van cultuur der boomen en goede bereiding van de copra. De bestuursambtenaren en de landbouwadviseurs vinden een belangrijk deel van hun taak in het toezicht houden op de aanplantingen der bevolking. Vooral waar deze nog van geringe ontwikkeling is, is zij zorgeloos, denkt zij niet aan de toekomst en laat zij Gods water over Gods akker loopen.


Nuttige insecten.

Tegenover de vele schadelijke staan op Sumatra maar weinige nuttige insecten.

Zijdeteelt heeft van oudsher bestaan in Atjeh, Palembang en de Lampoengsche districten, maar is, zoo zij daar al nog bestaat, van geringe beteekenis geworden. Bij het zijdeweven worden nu geimporteerde garens gebruikt. In de Gajō-landen wordt nog aan zijde cultuur gedaan te Pegaséng en Böbasan; het gewonnen product wordt verkocht. De zijderups wordt gekweekt op de witte moerbeiboom (Morus alba).

Bijenwas is een „boschproduct" van eenig belang voor Sumatra. Eenige primitieve bijenteelt ter verkrijging van honig en was van verschillende bijensoorten wordt in de Lampoengsche districten beoefend, maar van meer belang is het inzamelen van wilde was en honig, vooral in de Batak-landen en Midden-Sumatra.

Op de „wasboomen" oefent de eerste ontdekker eigendomsrecht uit. De bijen kiezen die boomen, waar hun nesten het veiligst zijn; zeer hooge, met gladden stam, horizontale takken en weinig parasieten. Aan zulk een boom hangen soms wel 30 à 40 nesten, elk