Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/177

Deze pagina is niet proefgelezen

133


Tusschen deze beide uitersten in—uitsluitend territoriale saamgehoorigheid van een geheel volk, zonder op onderlinge verwantschap te letten, en exclusief-genealogische groepeering der onderdeelen van het volk, zonder op de woonplaatsen te letten,—bewegen zich de samenlevingen der bewoners van Sumatra.


Exogamie.

De inrichting van den stam wordt beheerscht door de vraag of men binnen of buiten den eigen stam mag huwen.

Huwelijk binnen den stam—endogamie—geldt in den regel bij kleine stammen, in de nabijheid van verwante stammen, of met deze in hetzelfde dorp wonende, als een onbehoorlijke daad van bloedschendig karakter. In Nederlandsch-Indië bestaat endogamie o.a. bij de Dajaks en de Alfoeren van Noord-Celebes, doch althans voor een deel dezer stammen staat het vast, dat endogamie wel regel is, doch een huwelijk buiten den stam geenszins door de adat verboden.

Overigens heerscht de exogamie, het verbod om te huwen binnen den eigen stam, als met leden van de eigen familie (naar de heerschende opvatting van wat de familie is). Volgens sommige ethnologen is het minder de bloedverwantschap zelve, waartegen dit huwelijks- verbod is gericht, dan de uitoefening van vleeschelijke gemeenschap tusschen personen, die van jongsaf in dezelfde nauwe omgeving, in hetzelfde huis zelfs, zijn opgevoed.

Het kan wel eens bezwarend zijn, dat men zijne vrouw bij een anderen stam, soms ver weg, moet gaan zoeken. Maar in den regel levert de afstand geen bezwaar op. Binnen hetzelfde dorp, of althans in de nabijheid, wonen gemeenlijk gezinnen van verschillende stammen. Als de bezwaren van practischen aard te groot worden, wordt er wel wat op gevonden. Bij de Gajō's bijv. worden de stammen gesplitst en tot afzonderlijke stammen verklaard, als het familieverband door de talrijkheid van den stam niet zoo sterk meer wordt gevoeld. De leden van elk der nieuwe deelen leggen dan plechtig de verklaring af, dat beide partijen bij elkaar vrouwen mogen zoeken.

Bij alle volken vindt men een aantal werkelijke of fictieve stammen. De leden van één stam beschouwen elkaar als broeders en