Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/182

Deze pagina is niet proefgelezen

136

lingen, logeerhuis, woning voor mannen, soms ook tot slaaphuis voor jongens boven de 8 jaar, en in het algemeen voor alle diensten, waarvoor hor intieme familiehuis zich niet eigent.

Volgens de adat is eene negeri niet volledig, als zij niet heeft een bestuur, een weg, een balai of open raadhuis, plaats der vele onderlinge beraadslagingen, en een masdjid, plaats der gemeenschappelijke Vrijdagmiddag-godsdienstoefening. In den laatsten tijd komt daar nog een school bij.

De familiehuizen, roemah gadang (d. i. groot huis) of roemah adat (d. i. huis of woning volgens de landsinzettingen), staan in groepen; soms één, soms meer dan een op een omheind erf. In het laatste geval word de familie te talrijk en besloot het familiehoofd er maar een huis bij te zetten. Eerst wordt beproefd om het huis te verlengen door er telkens aan de lengtezijde een vak aan te bouwen; er wordt dus een nieuwe rij van 3 of 5 palen bij gezet, de vloer en het dak worden verlengd en men heeft weer plaats voor eene jonge vrouw met de kinderen, die verwacht worden. In de meest ouderwetsche streken vindt men zoo wel huizen van 16 vakken (roeang). Bij de familiehuizen staan de rijstschuurtjes, klein, maar fraaier meestal dan de familiehuizen en heel practisch gebouwd om ratten en muizen er uit te houden. Een huizengroep vormt een soekoe; in dit geval dus een wijk of buurt. In het dorp zijn zoo verschillende soekoe's. Oorspronkelijk waren er vier, geheeten: Koto, Piliang, Bodi en Tjaniago. Later hebben zich die soekoe's gesplitst, zoodat er nu een groot aantal van deze bestaat, maar elke Minangkabauer weet nog de moedersoekoe op te geven, waarvan hij afstamt. De soekoe's hebben onderling het jus connubii, het recht om uit de andere soekoe eene vrouw te huwen. Het huwende paar gaat echter geen nieuw gezin stichten. Man en vrouw blijven ieder in zijn of haar eigen familiehuis. De man uit soekoe A heeft dus zijne (of eene) vrouw in soekoe B of C; bezoekt deze des avonds, om 's morgens weer naar zijn eigen huis terug te keeren, en doet erg verlegen, als hij bij aankomst in of vertrek uit het huis van zijne vrouw medebewoners van dit huis ontmoet. Op dezelfde wijze ontvangen zijne zusters of tante's of oomzegsters van moederszijde hare echtgenooten uit soekoe B of C of D. Maar