Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/209

Deze pagina is niet proefgelezen

163

acht genomen dan daarbuiten. Ook ziet men hier meer vrouwen, in de daarbij voorgeschreven kleeding, dezen godsdienstplicht vervullen.

Aan niet-ritueele gebeden of doa's laat men het evenmin ontbreken.

De verplichte aalmoezen (djakat en pitrah) worden het trouwst opgebracht in de gewesten Oostkust en Westkust van Sumatra, Palembang en Atjeh.

De wijze van heffing en de verdeeling onder acht categorieën van personen, zooals de Wet die eischt, kan nergens in Indië zuiver worden toegepast wegens de totaal andere toestanden, die er heerschen in vergelijking met het land en den tijd, waarin de voorschriften der Wet ontstonden, doch wel streeft men er naar den geest der wet te benaderen.

Evenals in de Soendalanden bestaat er in Atjeh eene soort organisatie voor de djakat-verdeeling.

De vastenplicht in de 9e Mohammedaansche maand (Ramadlan of Poeasa) wordt door de groote meerderheid der Sumatranen in acht genomen; in dit opzicht staat Sumatra met Banten en Madoera gelijk.

Het maatschappelijk leven is in die maand dan ook meer dan elders in de war en de nachten zijn meer rumoerig. Bij die nachtelijke dikir's, en vooral bij de ratip's, geschiedt heel wat onheiligs. In Atjeh is het ratip-lawaai het ergst[1] en vermaken de jongelieden zich met caricaturen van het ratip.


Hadji's.

Naar verhouding der bevolkingssterkte levert Sumatra het grootste aantal hadji's van geheel Indië. Daar overigens bekend is, dat de Islamieten van onze koloniën het trouwst hun bedevaartsplicht vervullen, zal men waarschijnlijk kunnen zeggen, dat in dit opzicht Sumatra vooraan staat in de Mohammedaansche wereld. De Minangkabauers gaan het meest naar Mekka, maar zelfs uit de meest afgelegen streken, en onder de minst ontwikkelde Mohammedanen van Sumatra, als bijv. in Gajō Loeös, doen velen den tocht. Ook het aantal vrouwelijke hadji's is op Sumatra groot.

Voor overledenen, die den bedevaartsplicht hadden uitgesteld, kan men den hadj per procuratie laten verrichten. Nergens ontbreekt het aan personen, die tegen een overeengekomen bedrag de zorg op

  1. Zie Sn. Hurgronje: De Atjehers, Blz. 220 v.v.