Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/278

Deze pagina is niet proefgelezen

224

mingen wordt de ziekte methodisch en met succes bestreden; de weg om verdere uitbreiding te voorkomen is aangewezen.


Kropgezwellen.

De struma, ziekelijke opzwelling van de schildklier tot kwabben van verschillenden vorm en soms van de grootte van een kinderhoofd, hoewel overal in Indië heersohend, schijnt op Sumatra het meest voor te komen. Bet is eene raadselachtige ziekte, waarvan men noch de oorzaak van het ontstaan, noch de wijze van genezing kent. De theorieën, daarover opgeworpen, vinden tegenwerpingen in waarnemingen in andere streken.

De Inlanders beweren, dat de oorzaak der ziekte ligt in het drinken van water dat verontreinigd is, met kalk volgens de Maleiers, met sap van de taboe loemboeng, een klimplant met groote, roode viucbten. volgens de Loeboes. Er zijn van zooveel streken op Sumatra berichten over het voorkomen dezer ziekte, dat men haar er veilig algemeen kan noemen. Het meest wordt zij gevonden in de bergstreken en bij vrouwen; zij ontstaat pas op lateren leeftijd, tenminste de groote gezwellen ziet men pas bij personen van middelbaren leeftijd. In Ranau en Pasoemah zou zelfs de meerderheid der bevolking er door aangetast zijn. De lezing der berichten over de kropgezwellen van vroeger en de waarneming in het land van heden geven den indruk, dat het aantal der lijders afnemend is.

De lijders ondervinden geen pijn of bijzonder ongemak van hunne ziekte; zij verrichten hun gewone bezigheden, doch zijn spoedig moe en neerslachtig. Ze worden ook niet oud met hun kwaal.


Andere ziekten.

De andere ziekten, die de volkskracht ondermijnen, leveren voor Sumatra geene bijzondere gezichtspunten op. De pest heeft nog slechts dreigend aan de deur geklopt. De cholera heeft veel van hare verschrikking verloren, wordt in de goed bevolkte streken bestreden en sluipt nog slechts in de schraal bewoonde oorden ongeweten en verraderlijk voort. Voorzoover de gebrekkige kennis van de gezondheidstoestanden op Sumatra toelaten een oordeel uit te spreken, schijnen geslachtsziekten er betrekkelijk niet sterk te heerschen; het meest nog in het Noorden. Dezelfde opmerking valt over oogziekten te maken, die slechts plaatselijk een algemeen karak-