Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/281

Deze pagina is niet proefgelezen

227

Men zal in het volgende hoofdstuk zien, dat de Maleiers, Niassers, Atjehers toch niet zóó indolent zijn, of zij weten zich ruime inkomsten te verwerven, met de klapperteelt bijv. Dat onder zulke gunstige economische omstandigheden de lieden geen koeli's willen worden op de ondernemingen is toch geen bewijs, dat zij indolent, lui of onwillig zijn.

Voor alle volken van Sumatra geldt het, dat gunstige gelegenheden voor hare maatschappelijke en zedelijke ontwikkeling moeten worden geschapen en de belemmeringen daartegen weggenomen.

Een reuzentaak ligt voor ons. Wij zullen die volbrengen, want wij gelooven in de toekomst van Sumatra.