Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/392

Deze pagina is niet proefgelezen

316

§ 51. Andere vestigingen op kustplaatsen.

De Compagnie vestigde op verschillende punten van Sumatra's kusten handelskantoren, maar daarbij spon zij weinig zijde. Over het geheel was Sumatra een lastpost en had „het land, waar de peper groeit" bij de Nederlanders een slechten naam.


Palembang.

In 1617 richtte de Compagnie een kantoor op te Palembang, doch dit werd in 1621 weer verlaten, omdat het met verlies werkte. De Palemhangsche schepen brachten zelve de goederen naar Batavia.

De Compagnie beproefde nogmaals haar geluk in de groote handelsstad in 1640, door een contract te sluiten met den Sultan. Verraderlijke aanvallen in 1642 en 1657 leerden haar, dat hier pond voor hare veiligheid noodig was dan een contract. Daarom werd in 1659 de stad ingenomen en een fort gesticht.

Eerst later werd Palembang van meer belang door het tin van Bangka. De Sultan oefende over dit eiland suprematie uit en verzekerde zich de beschikking over het op primitieve wijze gedolven tin. Sedert 1722 wist de Compagnie door verschillende contracten met den Sultan zich den opkoop van dit metaal te verzekeren.


Djambi.

In het andere oude leenrijk van Mådjåpahit, Djambi, richtte de Compagnie in 1616 een kantoor op ter hoofdplaats voor den opkoop van peper en boschproducten; in 1643 sloot zij het eerste contract met den vorst. Ook hier deed zij teleurstellende ervaringen op; in 1690 werd het hoofd der factory vermoord en in 1696 hief zij haar kantoor op. In 1707 beproefde zij nogmaals op Djambi te handelen door de oprichting van een kantoor en eene versterking te Moeara Kompēh, dichter bij zee dan de hoofdplaats, doch ook deze eenzame post werd weer verlaten in 1724.

Onze volgende aanraking met Djambi begon eerst in 1833. Destijds hadden zeeroovers de monden der Djambi-rivier bezet; de Sultan was onmachtig hen te keeren en riep de hulp in der Regeering. Deze werd verleend. Nog in hetzelfde jaar evenwel deed de Sultan een inval in het Palembangsche Rawas. Om deze gebiedsschending te straffen, zond de Regeering eene expeditie uit; de Sultan werd gedwongen tot een contract, waarbij hij onze souve-