Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/395

Deze pagina is niet proefgelezen

319

spoed en schade; in 1759 werd onze bezetting op Poelau Gontong uitgemoord en in 1765 de post opgeheven.

In 1761 kwam in Siak met Sajjid Ali het thans regeerende vorstenhuis, uit het geslacht van den Profeet Moehammad, op den troon.


Westkust.

Toen de macht van Atjeh zich niet meer tot bezuiden de rivier van Singkel uitstrekte, kon de Compagnie op de Westkust rustiger haar kantoren vestigen. Tot zelfs in Bengkoelen richtte zij in 1664 enkele peperkantoren op, doch in 1670 werden deze weer verlaten.

Steeds heeft men te Padang veel last gehad van aanvallen van lieden uit de Ommelanden. In 1669 werd zelfs ons fort te Padang verbrand, zoodat de Compagnie tijdelijk de kantoren op de Westkust ontruimde. In December 1793 had te Padang een merkwaardig voorval plaats. De Fransche kaperkapitein Le Même verscheen voor Padang; de stad capituleerde onmiddellijk en werd met alle Compagniesgoederen aan Le Même overgegeven. Veertien dagen later verdween deze met een grooten buit, waarbij ook particuliere eigendommen.

In de tegenwoordige residentie Tapanoeli was in het Atjehsche tijdvak Baroes, oudtijds Pansoer of Fansoer geheeten, de grootste havenplaats, vooral bekend door den uitvoer van kamfer (kapoer Baroes).


§ 52. Engelsch bestuur op Sumatra.

De verschillende Engelsche handelscompagnieën smolten in de jaren 1702–1708 samen tot de United Company of Merchants trading to the East Indies, welk lichaam tot 1857 heeft bestaan.

Op en om Sumatra hebben de concurrentie en de naijver tusschen Engelsche en Nederlandsche compagnieën zich het sterkst geuit. In 1620—juist toen Coen eenige Engelsche schepen bij Tikoe had laten vermeesteren,—kwam het bericht uit Europa, dat beide naties besloten hadden in Oost-Indië eene vereenigde actie te voeren. De concurrenten moesten dus elkander verdragen, doch dit duurde slechts vier jaar. In 1624 nam de Hollandsche compagnie te Batavia den handel weer alleen ter hand. De Engelschen beproefden nog in December van dat jaar op Poelau Goendi (Lagoendi), onder den