Pagina:Leydse Courant 1825 no 109.pdf/4

Deze pagina is proefgelezen

bevel voerde, allereerst, onder de nieuweren althans, de ontdekking deed, dat men met eenen bijkans volkomen tegenwind de Zee kon bevaren en echter weg vorderen. Door de voorsteven van het schip naar eene windstreek te rigten, welke nabij was aan die, welke den tegenwind van het schip uitmaakte, zeilde hij vele schepen voorbij die achterwaarts gingen in plaats van voorwaarts te gaan. Doria kende de wetenschappelijke reden welligt niet van dit voordeel, hetwelk een toeval en misschien ook zijne proefondervindelijke kennis deze beweging van het schip hem had doen ontdekken. Men vond toen echter lieden, die deze toepassing der verkregene kennis op de dadelijk voorkomende gevallen, aan tooverkracht en gemeenschap met den duivel toeschreven. Gelukkiger wijze zoude zulk eene aantijging in onze dagen, door enkel bespotting beantwoord wprden, maar aan de lust ontbreekt het sommigen niet, die alle nieuwe uitvindingen niet een nijdig oog beschouwen, om de stoom-vaartuigen met vloek en verfoeijing te beladen. Intusschen zoude het zeker te wenschen zijn dat de allernieuwste proefneming, waarvan de Engelsche en Amerikaansche publieke papieren gewag maken, met gelukkigen uitslag bekroond werd om aan de vaartuigen zonder het middel van vuur eene even snelle beweging te geven als de stoom hen mededeelt, en dat zulks niet als eene onmogelijkheid te beschouwen is, bewijst de opmerkenswaardige wenk welke de beroemde Pacal reeds in het midden der zeventiende eeuw te dezen opzigte gegeven heeft in eene verhandeling over het evenwigt der vochten, gebouwd op een beginſel van werktuigkunde, ontleend uit het leerbegrip van den vermaarden Toricelli. Dit beginsel is: dat ongelijke gewigten, welke zich in evenwigt bevinden in werktuigen zoodanig geschikt zijn door het zamenstel dezer werktuigen, dat hun gemeen middelpunt van zwaarte nimmer zoude kunnen nederdalen, hoedanig ook de stelling of plaatsing mogt zijn welke zij nemen.
Daaruit trekt hij dit besluit, dat een schip, vol water zijnde, indien hetzelve openingen heeft en krachten bij deze openingen, welke aan dezelve geëvenredigd zijn, die krachten zich alsdan in evenwigt zullen bevinden, dit is de grondslag en de reden van het evenwigt der vochten. Weshalve wanneer een vat vol van water, aan alle zijde gesloten, twee openingen heeft, de eene honderdmaal de andere overtreffende, en wanneer men in elke een zuiger plaatst, welke juist op die openingen past, hetzelve alsdan de kracht van honderd menschen evenaren zal, die den anderen zuiger in beweging zullen brengen, welke hondermaal breeder is, want het water wordt dan gelijkelijk geperst onder de beide zuigers; indien toch de een honderd maal meer gewigt heeft dan de andere, zoo heeft hij ook honderd deelen waters meer te verplaatsen, zoo dat de wederstand evenredig is aan de groote der zuigers, die zelve weder evenredig zijn aan de openingen. Deze waarheden dienden om te betoogen, dat de vochten wegen volgens hunne hoogte. Het was na dit alles gemakkelijk regelen te geven, aangaande den stand der ligchamen in het water en om eene juiste theorie der waterweegkunde daar te stellen. Pascal deed dit in Frankrijk, en werd in zekeren zin geholpen in zijne bedoelingen om de hydraulica te volmaken door Guglielmini, geboren te Bologna 27 September 1655, en stelde als beginsel vast: dat de tegenstand van een ligchaam, hetwelk zich in het water in de rigting zijner spil beweegt, gelijk is aan den cylinder van water, hetwelk tot voetstuk zoude hebben die van het water, en tot hoogte die, welke nodig zoude zijn voor het water om de snelheid te verkrijgen, waarmede het water tegen het ligchaam aanbotst. Het is uit deze kiem, dat naar het oordeel van beroemde Werktuigkundigen, eene nieuwe wijziging in den bouw der vaartuigen zoude kunnen ontstaan, die het vuur door min gevaarvolle bewegingsmiddelen zoude kunnen doen vervangen.

ZEE-TIJDING.

Sedert onze laatſte zijn in Tesſel binnengekomen M. Page, Ann et Hope, van Canton (in China) S. O. Bakker, Ida Aleida, van Batavia l. v. de Kaap de Goede Hoop, N. Lendſay, Victory, van Boston, P. G. Luddens, van St. Tomas, J. Buhring, van Portorico, J. Bruning, van Alexandria (in Egypte); de laatſte ligt quarantaine. G. B. Flik, van St. Ubes, U. J. Uges en M. Roderkerk, van Port a Port, H. J. Potjer, van Lisſabon, J. Power, G. Nieuwland, A. Gallpway, E. Page, S. Cook en K. Tippema, van Londen; I. J. Gösſel, van Archangel, T. Hazewinkel, J. H. Muller, H. H. de Weerd, en J. R. Brons, van Petersburg, W. Willems, I. Tammes, C. Hofker, en E. S. Manje, van Nerva, P. Arends, J. Hagedoorn. L. Vully, H. Delwits, C. Haasnoot, C. Fehling, van Riga, A. Wikſtrom en het ſchip Hendrika, van Finland, V. Daal, Roelofſen en N. Ligedaal, van Stokholm, H. Nieuwman, van Pernau, K. Pierſen, P. Stilbolt, L. Kroeger, Kintzel, J. Falk, Lourenſen, C. Peterſen,

(Het vervolg op de kant van deze bladz.)

J. Woxwold, J. Johnſen, L. Krogh, en M. Gierſoe, van Drammen, H. Oelſen, van Bergen, I. J. Arends, van Arendahl, P. E. Boer, van Christianſand, R. E. van Zoutman, van Mandahl, E. Röben, van Hull, H. Scholten en F. D. van Veen, van Leverpool, J. H. Walker, van Dantzig, Ebeling, van Anolamp, N. D. Visſer, van Brewich, H. G. de Jong, van Fahrſund, E. Stokkebije, van Faborg, H. A. Hazewinkel, uit Noorwegen, en J. E. Hagguist, van Christinaſtad.


In het Vlie binnen E. P. Horn, vap Drobach, D. D. de Jong, van Boltgroen, J. Maulden, van Londen, K. Permien, van Riga, J. C. Kroger, van Koningsbergen, J. Klaſen, D. K. de Groot, H. J. Puister en H. G. Smit, van Christianſand, H. J. Bieren, H. J. Prins en R. H. de Boer, van Oudſoen, J. E. Bart, H. Martens, G. A. Jonkhof, D. C. Danielſen, M. J. Harkema en J. B. Mulder, van Ostriſoer, K. Ugland, D. G. Bleeker en J. Gierſoe, van Drammen, J. J. Kortrijk, van Brewich, O. Hendrikſen, van Aalburg, H. A. Hermanſen, van Bandholm, J. Wolters, van Antwerpen, naar Riga, binnen wegens verlies van zwaard, gaat naar Harlingen om te repareren.
Te Terſchelling binnen H. J. Henken, van Ostriſoer, C. B. Buſch, van Ringkiöbing.
Kapt. G. B. Flik, heeft den 22 Augustus, des namiddags ten 3 ure op 40° 58´ noorder breedte en 16° 46´ lengte, gepraaid het fregat ſchip, voerende Antwerper Collegie-vlag N. 60°, Kapt. C. R. Schippers, en den 26 Augustus des namiddags, ten 2 ure op 45° 49´ noorder breedte en 13° 11´ lengte, het Hollands brikſchip, Kapt. Kerkhoven, beide in goede welſtand.
De Hanoverſche Tjalk de vier Gebroeders, Kapt. Fimme, met Aardewerk en Steenkolen van Sunderland naar Bremen, is den 4 September onder de Engelſche Kust bij harde noordelijke wind en hooge Zee zoodanig lek geworden, dat het door het onklaar worden der pompen, niet lens te houde zijnde, den 6 dito op de hoogte van Tesſel, circa 5 mijlen van den wal, verlaten is geworden; het volk, in 3 man beſtaande, is door het Rusſisch Galjas Guſtaf Svard, Kapt. A. Witſtrom, van Christineſtad (in Tesſel binnen) geborgen, en vervolgens door een loodsſchuit overgezet; de gezegde manſchap, die alleenlijk hunne klederen, benevens eenige tuigagie, heeft kunne redden, is door de loodsſchuit, die mede nog eenige tuigagie geborgen heeft, in Tesſel aangebragt; de Tjalk is gezonken en met de lading geheel weg.
Den 5den zijn op de ſtranden van Vlieland aangeſpoeld eenige Noordſche Balken, gemerkt met rood krijt met twee ſtreepen, alsmede eenige Kolders.
De ſchepen Rhoda, Kapt. Bully, van Buenos-Aires, en Lady Douglas, Kapt. Archer, den 17 Julij van Bahia gezeild, waren den 5 Sept. op de hoogte van Douvres.
Arrivementen: Te Surinamen Kapt. P. H. Bos en T. C. Claus, beide van Amſterdam, de laatſte in 27 dagen; te Madera A. Kouenhoven, van Rotterdam; te Marſeille B. E. Holwedel, van Amſterdam; te Valencia T. Gort, van Ostende; te Rouën L. Lefebvre, en te Belfast R. F. Taay, beide van Rotterdam; te Leverpool J. Sikkes, van Dordrecht en het ſchip de Eendragt, van Groningen; te Topsham B. H. Drent, van Brusſel; en te Graveſend D. H. Puister, van Groningen, H. Peters; J. van den Broeke en J. E. Elderts; van Antwerpen, Kapt. Marler, S. J. de Vries en K. D. Mulder, van Ostende.

De Ontvanger der beſchrevene ſtedelijke Middelen alhier, brengt ter kennis van de eigenaars en bewoners of bruikers der Huizen binnen deze Stad, welke nalatig zijn gebleven in het voldoen van hun verſchuldigden termijn van de belasting op de Huurwaarden, der gebouwde Eigendommen en Lantaarn- en Brandſpuit-gelden voor den eerſten Augustus, jongstleden, dat hij Ontvanger als daar toe door Hun Ed. Achtb. H. H. Burgemeeſter en Wethouders dezer Stad gequalificeerd tot den ontvangst, zoo van de tweede termijn als van beide termijnen zal vaceeren gedurende dezen maand September op de bepaalde dagen en uren, ten zijnen Kantore, op de Breedeſtraat naast de Gasthuiskerk; zullende hij Ontvanger genoodzaakt zijn tegen de agtergeblevene dadelijk tot voldoening te procedeeren, als bij de Koninglijke Wet van 29 April 1819 is bepaald.

LEYDEN den
8 September 1825.
De Ontvanger voornoemd,
G. W. van GAASBEEK.

⁂ Getrouwd:

W. J. HEEREN, H. Zn.,
van ’s Hertogenbosch,
en
D. C. van den BERG.

LEYDEN 6 September 1825.

PRIJS COURANT der EFFECTEN.
Amſterdam den 10den September 1825.

Holland, Werkelijke Schuld pCt. ƒ 58¾ a 59¼

Rest. Uitgeſtelde dito - 1⅛ a 13/16

Kans-Billetten - 24¼ a 24¾

Stellen van uitgeloten dito - 8150 a 8200

Amortiſatie-Sijndic pCt. - 99¾ a 100¼

Domein Losrenten
- 89 a 89¼

Loten van dito - 68 a 69

Handel-Maatſchappij pCt. - 101¼ a 101¾
Frankrijk, Inſchrijving Grootb. 5
- 101¾ a 102

Dito op dito 3
- 71 a 71¼
Rusland, bij Hope en Comp. 5 pCt. - 101¾ a 102¼

Inſ. op ’t Grootb. 6
- 58 a 58½
Pruisſen, Obl. Neg. Londen 5
- 108 a 108¹

dito in Londen van 1822 - 108 a 108½
Spanje, Obl. bij Hope en Comp.
- 40 a 40½

Nieuwe geldl. van 1822 - 18¼ a 18¾
Oostenr., Obl. bij Goll en Comp. 5 pCt. - 88½ a 89¼

dito 4
- 74½ a 75

Certificaten
- 52¼ a 52¾

Neg. Metalliek 5
- 92¼ a 92¾

Dito Bank-Actiën 3
- 1468 a 1475
Napels, Certificaten 5
- 84 a 84¼

dito dito in Napels - 82¼ a 82¾

De Commisſie van Adminiſtratie over de Gevangenhuizen te LEIDEN zal, op Woensdag den 14 September 1825, voormiddags te elf ure, in de Militaire Strafgevangenis, even buiten de Stad Leiden, onder nadere goedkeuring, in het openbaar aanbeſteden de leverantie der benoodigdheden voor het onderhoud der Gevangenen aldaar, over de eerſte zes maanden van 1826, beſtaande in rogge- en tarwe-Meel, Aardappelen Rundvleesch en Rundvet, Beenderen, Boter, gerſte-Meel, gepelde Gerst of Gort, graauwe of groene Erwten, Groente, Zout, Peper, Azijn, Olie, Kaarſen, Stroo, Steenkolen, Turf en Hout; alles volgens Conditien en Voorwaarden, die dagelijks, de Zondag uitgezonderd, ter lezing liggen op het bureau van den inwendigen en huishoudelijken dienst in gemelde Strafgevangenis, van ’s morgens te 8 tot ’s namiddags te 6 ure.

Namens de Commisſie voornoemd,
POTGIETER, Lid en Secretaris.


De Ondergeteekende waarſchuwd bij dezen een ieder, geen Crediet te verleenen, Gelden af te geven of Rekeningen te betalen aan MARKUS van der STEEN, vermits zij met den ontvang der uitſtane pretenſien belast is.
Leyden den 10 September 1825. ANNA TOELEE.


Bij J. G. P. MULLER, op de Breedeſtraat, Wijk IV No. 275, te Leyden, (alwaar in de zesde Klasſe der afgelopene Loterij, de kapitale prijs van ƒ 80,000, is getrokken), zijn wederom in de 133ſte Kon. Ned. LOTERIJ, waarvan de trekking der Eerſte Klasſe op den 3de October aanſtaande zal aanvang nemen, heele en gedeelten van LOTEN, in Huur en in Koop, alsmede voor alle Klasſen doorgefourneerd, te bekomen.Prijs-courant.


UIT DE HAND TE KOOP te Noordwijk-Binnen, een kapitaal hecht ſterk HUIS, ERVE en TUIN, ſtaande op de Voorſtraat aldaar, zijnde het Huis voorzien van onderſcheidene behangene en net geäppropriëerde Kamers, Keukens, Kelder, ruime Zolder en van alles wat verder tot eene deftige en gemakkelijke Woning behoord; te aanvaarden met primo November aanſtaande. Nader informatie te bekomen bij den Heer P. GROENEVELD, te Noordwijk-Binnen voornoemd.

VERKOOPING op REGTERLIJK GEZAG.

Men is van meening op Vrijdag den 16 September 1825, des morgens ten negen uren, aan het wekelijks Verkoophuis, op de Hooglandſche Kerkgracht te Leiden, publiek om contant doch zonder opgeld te verkoopen: Eenige MEUBILAIRE- en andere GOEDEREN, beſtaande in: Glas- en andere Gordijnen, Tafels in ſoorten, Stoelen met trijpte- en andere Zittingen, Spiegels, een Mahonijhoute Secretaire, een Noteboom- en een Witwerkers-Kabinet, een ſtaand Horologie, een Barrometer, Ledikanten, Bedden met hun toebehoren, Tafel- en Bedlinnen, Wolle- en Catoene-Dekens, voorts Porcelijn, Glas- en Aardewerk, Koper, Tin, Blik- en IJzerwerk, Kagchels en Toebehoren, Vloer- en andere Kleden, Lesſenaars, en eindelijk eenig Vaatwerk en andere GOEDEREN tot de Wijnkoperij behoorende, en hetgeen verder ten dage der Verkoopipg te voorſchijn zal worden gebragt.
Alle welke Goederen zijn behoorende tot den Boedel van den gefailleerden JOHANNES ENGELBERT CHRISTIAAN LINDENBERG, gehandeld hebbende onder den naam van Cristiaan Lindenberg, als Commisſionair en Wijnverkooper te Leiden.


Te Leyden bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, op de Breedeſtraat.