Pagina:M.A. Hulshof, Oproeping van het bataafsche volk (1806).pdf/3

Deze pagina is proefgelezen

VOORBERICHT.


BATAVEN!


Ontvonkt door die veröntwaardiging, welke thans alle ware Republikeinen bezielt, weerhoude ik mij niet langer van Schrijven. Schoon wel overtuigd van de geringheid mijner bekwaamheden, ben ik het niet minder van mijne verpligting om alles te doen wat mij mogelijk is, ter redding van mijn Vaderland. Mijne taal is die der waarheid; de gevoelens welke ik aan den dag leg, huisvesten in de ziel van elken waren Patriot!

Republikeinen doet uw pligt! Gij kunt het Vaderland nog redden! Het Vaderland! ’t welk met deszelfs geheelen ondergang, met volslagen af hankelijkheid, met de vernietiging van deszelfs Staatkundig bestaan bedreigd wordt!

Dat ik vrugten moge zien van mijne onderneming! Maar ook al valt mij dit heil geenzints te beurt, ik heb gehandeld zoo als ik behoorde.

Wat mij moge overkomen, Patriotten! het ontzette U zoo min als het mij ontzetten zal; ik stel mij veel als zeer mogelijk voor, en Vrees niets; ik ben Republikein en - Christen.

Wie mij eenige achting toedraagt, betoone zulks door daden van Vaderlandsliefde!

Gij die de Bataven zoekt te onderdrukken, gelukt het ulieden, weet dat mijne Landgenoten langen tijd de uiterste verbittering in hun hart kunnen verbergen, maar dat hunne wraak eens, vroeg of laat, onverhoeds u treffen zal. Gij ziet hoe eene Vrouw, door niemand ondersteund, handelt.

Amsterdam, 31 Maart, 1806.

M.A. HULSHOFF.