Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/158

Deze pagina is gevalideerd

een bejaard heer, die vier weken geleden gestorven was, haar onderhouden had. Gedurende zijn leven zou ze mij niet ontvangen hebben, want ze was noch ontrouw, noch ondankbaar. Nu echter had ze een nieuwe beschermer nodig en, daar 't haar stuitte telkens met een ander aan te leggen—want ze was niet gemeen—vroeg ze, of ik die beschermer wilde zijn.

't Liefst had ik haar nog in het bezit van een ander geweten en die ander dan gefopt. Dit zou me een soort zekerheid hebben gegeven van een „amant de coeur" of iets dergelijks voor haar te wezen. Nu dit even onmogelijk was, als 't me onmogelijk leek èn dat ik haar zo gauw al zou opgeven, èn dat ik haar met een ander op gelijke voet zou delen, zat er niet veel anders op dan te overwegen, of ik haar voorstel niet kon aanvaarden. Ik noemde dus een som; maar tot enig antwoord vroeg ze lachend, of ik haar voor zo'n luitenant aanzag, die een geschilderde osserib op tafel zet en spek op zijn bord neemt. Dit afschuwelijke taxeren van haar liefkozingen deed voor een ogenblik mijn illusie haast geheel verbleken. Had ze mij die woorden maar geschreven, nooit ware ik tot haar weergekeerd. Nu mijn ogen haar echter bleven genieten, was mijn verstand onmachtig zich af te wenden. Ik verzwolg de pijnlijke impressie gelijk een vis de hoek verzwelgt, die verborgen is in het aas.

Evenwel, ik had het hoogste cijfer geboden, dat ik geven kon en zag geen kans me zelfs tijdelijk meer geld te verschaffen. Anna's vader had nog altijd de administratie van mijn fortuin en er bestond niet één reden, waarom ik hem eensklaps dat beheer zou ontnemen. ja, daar hij een brandkast met kluis en ik noch het een noch het ander bezat, was zelfs het tegendeel het geval. Wat dus te doen? Om tijd te winnen beloofde ik de zaak nog eens te zullen overwegen en verkreeg daarvoor van haar de belofte, dat zij intussen zich tevreden zou stellen met hetgeen ik haar gaf. In die belofte geloofde ik, omdat ik niet twijfelen wilde. Edoch, reeds de volgende avond stuurde ze me zo gauw mogelijk weg, voorgevende, dat ze bij een vriendin

154