Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/159

Deze pagina is gevalideerd

thee ging drinken. Ik vroeg, of die vriendin soms het gerokte ventje uit de opera was en met een tergend grinniklachje antwoordde ze: „Precies."

Liegt ze, dacht ik, of plaagt ze me maar?

 

Het was me niet ontsnapt, dat Anna veel meer drukte maakte om de dominee te ontvangen, dan zij voor haar zuster en zwager had gedaan. Allerlei kleine verfijningen, vroeger wel eens bij anderen of in den vreemde opgemerkt, zoals hors d'oeuvres vóór de soep, reukwater in de handwas-kommetjes enz. werden deze keer in toepassing gebracht en zij zorgde voor een bijzonder uitgewerkt dessert, vermoedend of liever vrezend, dat de Kantere na het eten spoedig heen zou gaan. 's Morgens redderde zij zelf alle slingerende couranten en boeken op, schikte de ornamenten op de schoorsteen en hield het oog op de toebereidselen. Daarna schreef ze met ongewone zorgvuldigheid het lange menu, gaf me enige wenken omtrent de wijn en verscheen eindelijk in een nieuwe japon van zwart fluweel, die haar zeer goed en toch stemmig kleedde.

Haar opgeruimdheid was nog niet geweken; herhaaldelijk had ik haar weer horen zingen en behalve de geluidloze lach van vroeger, die ik weer bij ogenblikken om haar lippen terug vond, ontwaarde ik in haar ogen een dromerige teerhartigheid, die ze aan mij nooit had getoond. Als om te ontkomen aan mijn blik, die wel evenveel verwondering als spot zal hebben uitgedrukt, ging ze opeens aan de piano zitten en speelde uit haar hoofd enige maten van de Mondschein Sonate.

't Was onder dit spelen, dat ik de verandering in haar wezen het best besefte. Het onnadenkende kind, dat alleen getrouwd was, wijl 't zo hoorde en iemand haar gevraagd had, dat zich van het huwelijk geen mooier voorstelling had gevormd dan te mogen leven gelijk andere vrouwen schenen te leven, dat volmaakt tevreden had kunnen zijn met een expansie van haar bescheiden krachten in het alledaags liefhebben van een man, het zorgen voor een

155