Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/44

Deze pagina is gevalideerd

kennissen, mijn verleden te breken en onder een andere hemel, in een andere maatschappij, te midden van mensen, die een andere taal spraken, andere zeden en gewoonten hadden, zelf een ander bestaan te beginnen. Ondanks mijn schuwheid voor het onbekende, aarzelde ik geen ogenblik schoonschip te maken van al, wat mij mijn eerste, slecht gelukte levens-stadium herinnerde.

Het leven was iets goeds, zeiden de mensen en ik zag hen ook zich vermaken, ieder op zijn manier, overeenkomstig zijn individuele smaak. Waarom vond ik dan louter teleurstelling?

Omdat alleen het slechte, ongeoorloofde genot mij aantrok?

Maar waarom, vroeg ik me af, is het genot, dat mij aantrekt, slecht; waarom trekt het geoorloofde me niet aan? In de glasheldere, nuchtere ogenblikken, dat ik mijn verleden, als een reeks van schakels door de noodzakelijkheid aaneengesmeed, achter me uitgestrekt ontwaarde en die ketening zag voortlopen tot in de horizont van mijn toekomst, begon ik te begrijpen, dat mijn onhandigheid, mijn gebrek aan moed en volharding, mijn behoefte aan emotie, mijn hang naar het verbodene slechts de giftige bloesems waren van zaadkorrels in mijn voorouders ontkiemd. De wortels reikten over me heen tot in afgesloten levens en daarom zou ik ze nimmer kunnen uitroeien. Al wat ik misschien vermocht was het verbergen van enige karaktertrekken door het spelen van een rol en dit zou me alleen mogelijk zijn op een nieuw terrein, waar niemand onder de gezond rode Schminke de ziekelijke bleekheid van de acteur vermoedde.

Trekt een ander de wereld door, omdat hij belangstelt in alle openbaringen van het leven, mij boezemden de dingen slechts belang in, voor zoverre zij bij machte waren onderscheiden stemmingen op te wekken in mijn dofheid. Sensatie's verlangde ik en die wilde ik zoeken in een afzonderlijke samenleving—het droombeeld van mijn genotzucht—voor wier bestaan ik in tal van Franse romans de bewijzen meende te vinden.

40