Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/54

Deze pagina is gevalideerd

rende gevoel van kwajongen te zijn en te blijven. Nu kwam het er maar op aan met takt van de omstandigheden gebruik te maken; dan zouden alle sensaties: het slagen, het genieten, het triomferen, het verliezen, het vertwijfelen, het vaarwel zeggen, elkander van zelf met noodlottige zekerheid opvolgen. Eindelijk zou ik de volheid van het leven eens proeven, van aandoening elke zenuw voelen trillen, elke ader kloppen. In mijn binnenste klaarde het grauwe schijnsel op, werd de doodse stilte tot muziek; over weinige dagen zou ik vele jaren ouder zijn. De volgende morgen vertoefde ik eerst geruime tijd voor mijn spiegel—dat werd me allengs tot een gewoonte—en vroeg me zelf weer eens angstig af, hoe mijn ogen keken, of de dunne knevel wat aankwam, in één woord: welke indruk het geheel thans bij daglicht moest maken. Het antwoord was als altijd: treurig; maar vrouwen letten immers niet op het uiterlijk. Komt voor de man niet alles aan op savoir-faire?

Bemoedigend voltooide ik mijn toilet, daalde in de ontbijtzaal af en voelde me zelfs niet vrij van pedanterie in houding en toon.

Die ganse dag bracht ik in het gezelschap van de Zweedse door, zonder echter meer een poging te wagen haar aan te raken.

Ik vertelde me zelf, dat dit nog niet paste in mijn rol van ernstige pretendent.

Wij deden een wandeling; ik onthaalde haar op snoeperijen, luisterde naar haar spel en trachtte me iets interessants te geven door wederom een der liefdedrama's, die ik soms voor mijn toekomst fantaseerde, als gebeurd voor te stellen. Ten slotte nodigde ik de dames op een bergtocht uit, waarvoor wij samen de paarden en de gidsen bestelden.

Of ik met al die pogingen om te behagen haar toch heb verveeld?

Ik ben er nooit achter gekomen; maar zeker is 't, dat zij op het uitstapje zich onverschillig en stroef aanstelde.

Het was zulk een zeldzaam mooie dag en ik voelde me

50