voor een schitterende loopbaan? Moest hy niet weldra in omstandigheden verkeeren, die hem zouden in-staat stellen zonder overschryding zyner inkomsten den vryen loop te laten aan zyn groothartige neigingen? Moest háár Max niet Gouverneur-generaal worden van dat lieve Indie, of…een koning? Wast ’t niet vreemd zelfs, dat hy niet reeds koning wàs?
Als er een fout by haar kon gevonden worden, dan was haar ingenomenheid met Havelaar schuld daaraan, en zoo ooit, dan zou ’t hier gelden: dat men veel vergeven moet aan wie veel heeft lief gehad!
Doch men had haar niets te vergeven. Zonder nu te deelen in de overdreven begrippen die zy van haren Max koesterde, mag men toch aannemen dat hy een goede loopbaan voor zich had, en wanneer dit gegrond uitzicht zich had verwezenlykt, zouden inderdaad de onaangename gevolgen zyner vrygevigheid weldra uit den weg te ruimen geweest zyn. Maar nog een reden van geheel anderen aard verontschuldigde hare en zyne schynbare zorgeloosheid.
Ze had zeer jong haar beide ouders verloren, en was by hare familie opgevoed. Toen ze huwde, deelde men haar mede dat zy een klein vermogen bezat, ’tgeen dan ook werd uitbetaald, doch Havelaar ontdekte uit enkele brieven van vroeger tyd, en uit eenige losse aanteekeningen die zy in een van haar moeder afkomstige kassette bewaarde, dat haar familie zoo van vaders- als van moeders-zyde zeer ryk was geweest, zonder dat hem evenwel duidelyk worden kon, wáár, waardoor of wanneer die rykdom was verloren gegaan. Zyzelf, die nooit belang gesteld had in zaken van geldelyken aard, wist weinig of niets te antwoorden, toen Havelaar by haar aandrong op eenige inlichtingen aangaande de vorige bezittingen van haar verwanten. Haar grootvader, de baron Van W., was met Willem den vyfden naar Engeland uitgeweken en ridmeester geweest by ’t leger des hertogs van York. Hy scheen met de uitgeweken leden der stadhouderlyke familie een vroolyk leven geleid te hebben, wat dan ook door velen