Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/211

Deze pagina is gevalideerd
199

zorgsche en in de Bataviasche ommelanden, en ik weet hoe van-oudsher die landheeren verheugd zyn over den slechten toestand dezer Afdeeling, omdat dit hun landeryen bevolkt. (110)


Zóó ook zou dan te Natal de samenzwering ontdekt wezen, die — als ze bestaan heeft, wat ik niet weet — Jang di Pertoean deed kennen als verrader. Volgens door den kontroleur van Natal afgenomen verklaringen van getuigen, zou hy gezamenlyk met zyn broeder Soetan Adam de battaksche Hoofden hebben doen verzamelen in een heilig bosch, waarin zy zouden gezworen hebben niet te rusten voor ’t gezag der «christenhonden» in Mandhéling vernietigd was. Het spreekt vanzelf, dat hy hiertoe een ingeving van den hemel had ontvangen. Ge weet, dat dit by zulke gelegenheden nooit uitblyft. (111)


Of nu inderdaad dit voornemen by Jang di Pertoean bestaan heeft, kan ik niet verzekeren. Ik heb de verklaringen der getuigen gelezen, doch ge zult terstond inzien waarom daaraan niet onvoorwaardelyk geloof mag worden geslagen. Zéker is ’t dat de man, wat zyn islamsche dweepzucht aangaat, wel tot zoo-iets kan in-staat geweest zyn. Hy was, met de geheele battaksche bevolking, eerst kort te voren door de Padries overgehaald tot het ware geloof, en nieuwbekeerden zyn gewoonlyk fanatiek. (112)


Het gevolg van die ware of vermeende ontdekking was dat Jang di Pertoean door den adsistent-resident van Mandhéling werd gevangen genomen en naar Natal gezonden. Hier sloot de kontroleur hem voorloopig in ’t fort op, en liet hy hem met de eerste geschikte scheepsgelegenheid gevankelyk naar Padang vervoeren. Het spreekt vanzelf dat men den Gouverneur al de stukken aanbood, waarin de zoo bezwarende getuigenissen waren opgenomen, en die de strengheid van de genomen maatregelen moesten wettigen. Onze Jang di Pertoean was dus van Mandhéling vertrokken als een gevangene. Te Natal was hy gevangen. Aan-boord van ’t