Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/232

Deze pagina is gevalideerd
220

tot herstel der grieven waaronder ze gebukt gaat! Moet niet de gebogen veer eindelyk terugspringen? Moet niet de zoolang onderdrukte ontevredenheid — onderdrukt, opdat men zou kunnen voortgaan ze te loochenen! — eindelyk overslaan in woede, in wanhoop, in razerny? Ligt er niet een Jacquerie op ’t eind van dezen weg?


En waar zullen dan de beambten zyn, die sedert jaren elkander opvolgden, zonder ooit op ’t denkbeeld te zyn gekomen dat er iets hoogers bestaat dan de «gunst der Regeering?» Iets hoogers dan de «tevredenheid van den Gouverneur-generaal?» Waar zullen zy dan wezen, de flauwe-berichten-schryvers die de oogen van ’t Bestuur door hun onwaarheden verblindden? Zullen dan zy die vroeger den moed misten om een kordaat woord op ’t papier te stellen, te-wapen vliegen en de nederlandsche bezittingen behouden voor Nederland? Zullen zy aan Nederland de schatten weergeven die er zullen noodig wezen tot demping van oproer, tot het voorkomen van omwenteling? Zullen zy ’t leven weergeven aan de duizenden die er vielen door hùn schuld?


En die ambtenaren, die kontroleurs en residenten, zyn niet de meest schuldigen. Het is de Regeering zelf die, als geslagen met onbegrypelyke blindheid, het indienen van gunstige berichten aanmoedigt, uitlokt en beloont. (120) Vooral is dit het geval, waar spraak is van onderdrukking der bevolking door inlandsche Hoofden.


Door velen wordt dit beschermen van de Hoofden toegeschreven aan de onedele berekening dat zy, pracht en praal moetende ten-toon spreiden om op de bevolking den invloed uitteoefenen dien de Regering noodig heeft om háár gezag staande te houden, daartoe een veel hooger bezoldiging zouden moeten genieten dan thans ’t geval is, wanneer men hun niet de vryheid liet het ontbrekende aantevullen door onwettige beschikking over de bezittingen en den arbeid van ’t volk. Hoe dit zy, de Regeering gaat niet dan noode over tot het toe-