Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/339

Deze pagina is niet proefgelezen

van den vorigen resident van Bantam. Ik heb gezegd dat de Regent vroeger zulke slechte voorbeelden had gehad …

—Ah, riepen Verbrugge en Duclari tegelyk. Ze begrepen waarom Havelaar juist naar Ngawi verplaatst werd om op de proef te dienen, of hy zich misschien beteren zou!

—En om nòg een reden kan ik niet daarheen gaan, zeide hy. De tegenwoordige Gouverneur-generaal zal spoedig aftreden … zyn opvolger ken ik, en ik weet dat er van hem niets te wachten valt.(179) Om dus nog tydig voor dat arme volk iets te verrichten, moet ik den tegenwoordigen Gouverneur spreken voor zyn vertrek, en als ik nu naar Ngawi ging, zou dat onmogelyk wezen. Tine, hoor eens!

—Lieve Max?

—Je hebt moed, niet waar?

—Max, je weet dat ik moed heb … als ik by je ben!

—Welnu!

Hy stond op, en schreef 't volgend rekwest, naar myn inzien een voorbeeld van welsprekendheid.

«Aan den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indie.
Rangkas-Betoeng, 29 Maart 1856.
 

Ik had de eer te ontvangen uwer Excellentie's kabinetsmissive van 23 dezer, N° 54.

Ik zie me genoodzaakt, in antwoord op dat stuk, Uwe Excellentie te verzoeken my te verleenen een eervol ontslag uit 's Lands dienst.(180)

Max Havelaar

Er was te Buitenzorg tot het verleenen van 't gevraagd ontslag niet zoo langen tyd noodig als er scheen vereischt geweest te zyn voor de beslissing hoe men Havelaars aan-