Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/344

Deze pagina is proefgelezen
332

Max beval zich aan in de gunst van zyn Excellentie om één half uur gehoor, zoodra er een kleine ruimte wezen zou tusschen twee «drukten.»

Eindelyk vernam hy dat zyn Excellentie den volgenden dag vertrekken zou! Dit was hem een donderslag. Nog altyd hield hy zich krampachtig vast aan ’t geloof dat de aftredende Landvoogd eerlyk man, en…bedrogen was. (183) Een vierendeel uurs ware voldoende geweest om de rechtvaardigheid zyner zaak te bewyzen, en dit vierendeel uurs scheen men hem niet te willen geven.

Ik vind onder Havelaars papieren de minuut van een brief dien hy aan den aftredenden Gouverneur-generaal schynt geschreven te hebben op den laatsten avend voor diens vertrek naar ’t moederland. Op den rand staat met potlood aangeteekend: «niet juist» waaruit ik opmaak dat sommige zinsneden by ’t afschryven veranderd zyn. Ik doe dit opmerken, om niet uit het gemis aan letterlyke overeenstemming van dit stuk, twyfel te doen geboren worden aan de echtheid der andere officieele stukken die ik meedeelde, en die allen door een vreemde hand voor eensluidend afschrift zyn geteekend. Misschien heeft de man aan wien deze brief gericht was, lust den volkomen-juisten tekst daarvan publiek te maken. (184) Men zou door vergelyking kunnen zien hoever Havelaar is afgeweken van zyn minuut. Zakelyk korrekt was de inhoud aldus:

«Batavia, 23 Mei 1856.

«Excellentie! Myn ambtshalve by missive van 28 Februari gedaan verzoek om aangaande de Lebaksche zaken te worden gehoord, is zonder gevolg gebleven.

Evenzoo heeft Uwe Excellentie niet gelieven te voldoen aan myn herhaalde verzoeken om audientie.

Uwe Exellentie heeft dus een ambtenaar die gunstig by het Gouvernement bekend stond — dit zyn uwer Excellentie’s