Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/382

Deze pagina is gevalideerd
370

mer van den Spectator intezien, en zich de vraag voorteleggen of ’t billyk is dat ik ruim dertig jaar na ’t schryven van de daarin meegedeelde Publikatie, nog telkens door den eersten den besten kwajongen straffeloos word uitgescholden? (Zie voorts over dit onderwerp de Noten 101 en 115.)

66) Mintah ampong: ik vraag verschooning.

67) Sienjo, dikwyls verkort tot njo: jongeheer. Velen meenen dat dit woord van portugeschen oorsprong is, vooral ook omdat de afstammelingen van Portugezen, die nog altyd te Batavia ’n eigenaardige kaste uitmaken, in de wandeling Sienjo’s genoemd worden. Toch is deze etymologie twyfelachtig.

68) Verbrugge wist het! Nog altyd ben ik in ’t bezit van een briefje dat hy my deed toereiken op ’n oogenblik dat ik met den Regent in gesprek was, en waarin hy my — onder uitdrukkelyk verzoek hèm niet te noemen — uitnoodigde dat Inlandsch Hoofd eens onder handen te nemen over de „misbruiken.” Het overbodige van dit verzoek laat ik nu daar. Er blykt uit:

  1. dat myn bezwaren geen gevolg waren van persoonlyke zwartgallige opvatting.
  2. dat myn onderzoekingen zeer omzichtig plaats hadden, zóó zelfs dat de vreesachtige Verbrugge meende grond te hebben my aantezetten tot wat yver.

Belangstellenden — zyn er die? — kunnen ’t bedoelde briefje van den kontroleur ter inzage krygen.

69) Tjiandjoer. Iets later spel ik dezen naam van de hoofdplaats der Preanger-regentschappen eenvoudig: Tjanjor, zooals ’t woord in dagelyksch spraakgebruik luidt. Ook elders achtte ik my ontslagen van de poging om by ’t spellen van inlandsche namen, het geschreven javaansch of maleisch in onze karakters natebootsen. Ik schryf alzoo voor: aoerang, orang. Voor: prahoe, prauw. Voor: kahin, kain, enz. We hebben immers hier niet te doen met puristische spelling? De eisch is ’t weergeven — by benadering altyd — van den klank zooals die onder Europeanen in Indie gebruikelyk is.

70) Djimats zyn briefjes of andere voorwerpen die uit den hemel vielen om geestdryvers en boerenbedriegers aan ’n geloofsbrief te helpen. Tout comme chez nous! ’t Getal der leveranciers van Goddelyke Openbaringen is zeer groot, en apostelen en profeten van deze soort zyn in geheel Azie nog altyd aan de orde van den dag. ’t Verschil by vroeger eeuwen is maar dat ze tegenwoordig wegens landloopery worden gestraft, en wel door dezelfde menschen die hun voorgangers in vagabondage als Heiligen vereeren. Ziedaar nu ’n stuitend gebrek aan rym in myn oog!